Verzoeker is de beheerder van een pand waarin voor de tweede keer een hennepkwekerij is ontdekt. De politie verdacht verzoeker ervan betrokken te zijn bij de hennepkwekerij. Het OM heeft besloten verzoeker niet strafrechtelijk te vervolgen en heeft de strafzaak geseponeerd wegens onvoldoende bewijs (sepotcode 02)
Verzoeker klaagt erover dat het OM heeft geweigerd om de sepotcode te wijzigen naar code 01 wat inhoudt dat hij ten onrechte als verdachte is aangemerkt. Door mededelingen van de politie en het OM denkt verzoeker dat hij enkel als verdachte is aangemerkt omdat hij beheerder is van het pand waarin de hennepkwekerij is ontdekt. Verzoeker ontkent dat hij van de hennepkwekerij afwist en vindt dat er geen bewijs is voor zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerij. Ook vindt verzoeker dat hij als beheerder van het pand voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om de tweede hennepkwekerij te voorkomen.
De ombudsman vindt dat het OM niet deugdelijk aan verzoeker heeft uitgelegd waarom het OM vindt dat verzoeker niet ten onrechte als verdachte is aangemerkt. Het OM is in de afwijzingsbeslissing niet ingegaan op de grondslag voor de verdenking en waarom die verdenking ondanks de argumenten die verzoeker aandraagt volgens het OM standhoudt. De ombudsman vindt dat het OM hierdoor het behoorlijkheidsvereiste van goede motivering heeft geschonden.
Op verzoek van de ombudsman heeft het OM de afwijzingsbeslissing nader gemotiveerd. De ombudsman komt tot de conclusie dat het OM het redelijkheidsvereiste niet heeft geschonden door te weigeren de sepotcode te wijzigen. De verdenking dat verzoeker betrokken was bij het telen of aanwezig hebben van de hennep was terecht. Er waren duidelijke indicatoren in het pand aanwezig voor de hennepkwekerij en het was de tweede keer dat onder verzoekers beheer een hennepkwekerij werd aangetroffen. Ook is verzoekers ondubbelzinnige onschuld niet komen vast te staan.
Wél constateert de ombudsman dat bij de sepotbeslissing in deze zaak een aantal dingen niet goed is gegaan. Daaruit blijkt dat het OM er in deze zaak onvoldoende van doordrongen is geweest wat de impact is van een verdenking en de daarop volgende sepotbeslissing op de betrokkene. De ombudsman geeft daarom in zijn slotbeschouwing als leerpunt aan het OM mee dat het van belang is dat het OM duidelijk uitlegt waar de sepotbeslissing over gaat en wat de gevolgen zijn. Daarbij verwijst de ombudsman naar zijn recent onderzoek naar behoorlijke informatieverstrekking rondom sepotbeslissingen. 1
Notes
- [←1]
-
Onderzoek 'Behoorlijke informatieverstrekking is de basis van toegang tot recht. Knelpunten in de informatieverstrekking rondom strafbeschikkingen en sepotbeslissingen', publicatiedatum 25 mei 2020. Via www.nationaleombudsman.nl.