Verzoekster had een aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De wettelijke beslistermijn voor deze aanvraag was zes maanden. Vijf maanden na het indienen van de aanvraag, wilde verzoekster op reis naar Marokko en daarom deed zij navraag over de stand van zaken bij de IND. Er was nog geen beslissing op de aanvraag en daarom kocht verzoekster een terugkeervisum voor € 150. Ongeveer een week later bleek dat positief was beslist op verzoeksters aanvraag.
Verzoekster klaagde over de informatieverstrekking door de IND over de stand van zaken van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning.
De Nationale ombudsman overwoog dat de IND voldoende informatie had verstrekt over de wettelijke beslistermijn op verzoeksters aanvraag. Als een burger echter contact opneemt met de IND, hij hierbij navraag doet over de behandeling van zijn aanvraag en hij een concreet belang stelt bij een tijdige/snelle beslissing dan kan de IND naar het oordeel van de ombudsman niet volstaan met het enkel meedelen van de wettelijke beslistermijn. Volgens de ombudsman dient de IND in bijzondere gevallen maatwerk te leveren en passende maatregelen te nemen. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman had de IND dit in verzoeksters geval ook gedaan door haar aanvraag te bespoedigen. De IND had verzoekster echter niet geïnformeerd over de bespoediging van haar aanvraag. Door dit achterwege te laten, had de IND in strijd met het vereiste van goede informatieverstrekking gehandeld, aldus de Nationale ombudsman.
Vereiste van goede informatieverstrekking, niet behoorlijk.