Mevrouw S. heeft verschillende periodes in het buitenland gewoond. Over die periodes heeft zij geen AOW opgebouwd. De tijdvakken waarover mevrouw S. wel en geen AOW heeft opgebouwd staan vermeld op het AOW-pensioenoverzicht. Bij nadere bestudering van haar nieuwe AOW-pensioenoverzicht komt mevrouw S. tot de ontdekking dat zij volgens de SVB over de periode van 1 oktober 1983 tot en met 13 januari 1989 niet is verzekerd voor de AOW, terwijl in de eerdere overzichten nog stond vermeld dat zij over de periode van 1 oktober 1983 tot en met 14 januari 1988 niet was verzekerd. Eén jaar minder pensioenopbouw dus. Deze wijziging is volgens mevrouw S. onjuist. Bovendien heeft de SVB deze wijziging verwerkt in het pensioenoverzicht zonder dit expliciet aan mevrouw S. te melden. Mevrouw S. heeft bij de SVB bezwaar gemaakt tegen deze wijziging. Dat bezwaar wordt gegrond verklaard.
Daarnaast heeft mevrouw S. een klacht ingediend bij de Nationale ombudsman. Zij klaagt erover dat medewerkers van de SVB wijzigingen kunnen aanbrengen in reeds vastgestelde verzekeringstijdvakken voor de opbouw van de AOW zonder de burger daarover duidelijk te informeren.
De Nationale ombudsman acht de klacht over de onderzochte gedraging van de SVB gegrond wegens strijd met het vereiste van goede informatieverstrekking. De Nationale ombudsman heeft er met instemming kennis van genomen dat de SVB in haar werkinstructies zal vastleggen dat zij bij het afgeven van een nieuw pensioenoverzicht burgers expliciet zal attenderen op wijzigingen ten opzichte van een eerder afgegeven pensioenoverzicht.