Eind vorig jaar is de Nationale ombudsman een onderzoek gestart naar de uitvoeringspraktijk van inbeslagneming van voorwerpen. Met dit onderzoek wil de Nationale ombudsman inzicht krijgen in het beslagproces. Hierbij wordt bekeken in hoeverre de belangen van burgers, van wie goederen in beslag worden genomen, voldoende worden gewaarborgd. De ombudsman gaat hiervoor in gesprek met alle instanties die bij het proces betrokken zijn, namelijk de politie, het Openbaar Ministerie en Domeinen Roerende Zaken.
De politie neemt met regelmaat voorwerpen in beslag. Bijvoorbeeld wanneer ze iemand zien rijden in een gestolen auto, of als er bij de ontmanteling van een hennepkwekerij een tas met geld wordt gevonden. De ombudsman onderzoekt vooral het proces bij voorwerpen die veelvuldig in beslag worden genomen, zoals auto's.
Onderwerp van onderzoek
De ombudsman ontvangt vaker klachten over inbeslagneming van voorwerpen. In de klachten komen met name de volgende onderwerpen terug:
- het gebrek aan goede informatieverstrekking door de betrokken instanties (politie, Openbaar Ministerie en Domeinen) aan de burger;
- de samenwerking tussen betrokken instanties en;
- de wijze waarop met het inbeslaggenomen voorwerp wordt omgegaan.
Omdat de ombudsman klachten over dit onderwerp bleef ontvangen, heeft hij eind 2015 besloten om breder onderzoek te doen naar de praktijk van inbeslagneming. De focus van het onderzoek ligt op de uitvoeringspraktijk van het beslagproces, integriteitskwesties zijn geen onderwerp van dit onderzoek. De ombudsman verwacht het onderzoek deze zomer af te ronden.