Mevrouw Y., uit Rusland, krijgt op enig moment een relatie met verzoeker. Mevrouw Y wordt dan ingeschreven op het adres van verzoeker in Nederland. In 2010 komt er een einde aan de relatie. Mevrouw Y. is van mening dat verzoeker op twee momenten haar handtekening heeft misbruikt. Namelijk in een brief die hij aan de gemeente heeft laten zien waarin staat dat zij uitgeschreven kan worden uit die gemeente, en onder een overeenkomst waarin staat dat verzoeker een groot geldbedrag aan haar heeft geleend. Mevrouw Y. zegt dat zij die twee documenten nooit heeft ondertekend, en doet aangifte tegen verzoeker van valsheid in geschrifte.
Nadat verzoeker als verdachte is gehoord, wordt de zaak geseponeerd omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is, code 02. Verzoeker is het hier niet mee eens. Hij wil graag de sepotcode gewijzigd hebben naar 01, te weten ten onrechte als verdachte aangemerkt. Het Openbaar Ministerie ziet hiertoe echter geen aanleiding.
De Nationale ombudsman acht de klacht van verzoeker gegrond. Hoewel hij aanvankelijk op goede gronden kon worden aangemerkt als verdachte, is later door de verklaring van verzoeker, alsmede door zijn nadien geuite argumenten, voldoende aannemelijk geworden dat hij onschuldig is aan beide aan hem verweten strafrechtelijke gedragingen. De ombudsman ziet dan ook aanleiding tot het doen van een aanbeveling.
Redelijkheidsvereiste, niet behoorlijk.
Aanbeveling
De minister van Veiligheid en Justitie wordt in overweging gegeven te bevorderen dat aan verzoeker een nieuwe sepotbeslissing wordt uitgereikt waarbij rekening wordt gehouden met het oordeel van de Nationale ombudsman op de klacht van verzoeker.
Overig klachtonderdeel:
Niet verstrekken van een kopie van de aangifte van mevrouw Y.; vereiste van fair play, behoorlijk.