De Kinderombudsman en Nationale ombudsman hebben onderzoek gedaan naar drie klachten over de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad). Een vrouw klaagt over het rapport van de Raad dat ging over de vraag waar haar jongste dochter zou opgroeien: bij haar vader in Nederland of bij haar moeder en haar halfzus in het Verenigd Koninkrijk. Volgens de vrouw heeft de Raad een aantal dingen niet goed gedaan bij het opstellen van het raadsrapport.
Wat is er gebeurd?
Toen haar jongste dochter werd geboren, woonde het gezin in het Verenigd Koninkrijk. Kort na haar geboorte is zij met haar vader meegegaan naar Nederland. De vrouw is later ook naar Nederland gekomen, samen met haar oudste dochter uit een eerdere relatie. Een paar weken hierna is de relatie tussen de ouders geëindigd. De vrouw en haar oudste dochter zijn toen teruggegaan naar het Verenigd Koninkrijk met het plan om later weer naar Nederland te komen. Dat plan is niet doorgegaan. De vrouw wilde dat haar jongste dochter bij haar en haar andere dochter in het Verenigd Koninkrijk kwam wonen. Ouders kwamen er samen niet uit. Daarom gaf de rechter de opdracht aan de Raad om hierover een advies te geven. Het uiteindelijke advies van de Raad was dat het beter was voor het meisje om bij haar vader in Nederland op te groeien.
De klachten
De vrouw is het oneens met de aanpak van het onderzoek door de Raad en heeft daarover drie klachten ingediend. Twee bij de Nationale ombudsman en één bij de Kinderombudsman. De vrouw klaagt erover dat de Raad niet duidelijk heeft uitgelegd waarom de Raad na het adviesgesprek met haar een ander advies heeft gegeven. En ze vindt het oneerlijk dat zij zoveel moeite moest doen om een gespreksverslag te kunnen lezen. Het verslag was niet officieel vertaald in het Engels maar via internet vertaald. De klacht bij de Kinderombudsman gaat erover dat de Raad in het raadsrapport onvoldoende rekening heeft gehouden met het belang van het meisje om samen op te groeien met haar halfzus.
Het oordeel van de Nationale ombudsman
De ombudsman vindt de klachten van de vrouw voor het grootste deel gegrond. De ombudsman vindt dat de Raad de vrouw geen duidelijke uitleg heeft gegeven waarom het advies afwijkt van het voorlopige advies. Daarnaast vindt de ombudsman het eerlijker als de Raad rekening houdt met ouders die anderstalig zijn en tijd nodig hebben om stukken te laten vertalen. De Raad kan actiever wijzen op de mogelijkheid van verlenging van de reactietermijn.
Het oordeel van de Kinderombudsman
De Kinderombudsman vindt de klacht van de vrouw gegrond. De Raad had de plicht om alle kinderrechten van het meisje te onderzoeken en mee te wegen. En dit vervolgens expliciet op te schrijven in het raadsrapport. De Kinderombudsman vindt dat niet duidelijk genoeg in het raadsrapport staat hoe rekening is gehouden met het belang van het meisje om op te groeien met haar halfzus. Als dat wel was gebeurd, was het voor iedereen, en ook voor het meisje als zij ouder is, duidelijk hoe de Raad alle kinderrechten van het meisje heeft onderzocht en meegewogen bij het uiteindelijke advies dat het beter was voor haar om bij haar vader in Nederland op te groeien.