Ahmed (niet de echte naam) loopt om half één 's nachts een ommetje bij hem in de buurt. Plots verschijnt een politieauto met daarin twee agenten. De agenten vragen Ahmed om te stoppen en zijn identiteitsbewijs (ID) te laten zien. Dit geeft Ahmed. De agenten controleren zijn ID en vragen Ahmed wat zijn adres is. Nadat Ahmed antwoordt, zeggen de agenten dat hij zijn weg mag vervolgen.
Ahmed dient over de staandehouding een klacht in bij de politie. Hij klaagt erover dat hij etnisch geprofileerd is door de politie. En over het gedrag van de agenten tijdens de staandehouding.
De politie neemt de klacht van Ahmed in behandeling. De politie legt de klacht van Ahmed voor aan de klachtencommissie. De klachtencommissie houdt een hoorzitting waarin Ahmed en de betrokken agenten hun zienswijze op de klacht geven. Daarna brengt de klachtencommissie een advies uit over het oordeel.
De klachtencommissie adviseert om de klacht van Ahmed ongegrond te verklaren. De politiechef neemt dat advies over.
Ahmed is het niet eens met dat oordeel van de politie. Daarnaast vindt hij dat de klachtencommissie zijn klacht niet goed heeft behandeld. Hij heeft het idee dat de klachtencommissie partijdig is. Daarom dient Ahmed over de staandehouding en over de klachtbehandeling een klacht in bij de Nationale ombudsman.
De Nationale ombudsman heeft de klacht van Ahmed onderzocht. De ombudsman vindt Ahmeds klacht over etnisch profileren niet gegrond. De agenten hebben verklaard dat zij Ahmeds huidskleur niet hebben gezien voordat zij besloten om hem staande te houden. De ombudsman vindt hun verklaringen geloofwaardig. De ombudsman heeft geen aanwijzingen gevonden die doen twijfelen aan de verklaringen van de agenten.
Ahmeds klacht dat de politie hem staande hield zonder dat daar een goede reden voor was, vind de ombudsman gegrond. De politie controleerde Ahmed op grond van artikel 8 van de Politiewet. Op grond van dat artikel kan de politie een identiteitscontrole uitvoeren wanneer dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak. In dit geval gaven de omstandigheden (het tijdstip, de locatie en het dragen van een capuchon) onvoldoende reden voor een controle.
Ahmeds klacht dat de politie het oordeel over zijn bejegeningsklacht niet goed heeft gemotiveerd, vindt de ombudsman gegrond. Over de bejegening liepen de verklaringen van Ahmed en de agenten uiteen. De politie heeft niet goed uitgelegd waarom zij uitging van de verklaring van de agenten.
Ahmeds klacht dat de klachtencommissie zijn klacht niet goed heeft behandeld vindt de ombudsman ongegrond. Een aantal dingen die Ahmed tijdens de hoorzitting heeft gezegd staat weliswaar niet in het verslag, maar het verslag hoeft ook geen volledige weergave te zijn van alles wat er tijdens de hoorzitting is gezegd. De ombudsman ziet geen reden om te denken dat de klachtencommissie partijdig was of dat de klachtencommissie het oordeel niet goed heeft voorbereid.