De buren van een bewoner van Zandvoort hadden ruzie met hem over het gebruik van zijn tuinhuisje. Deze bewoner was lid van de gemeenteraad van Zandvoort. Omdat de buren naar hun beleving onheus werden bejegend door de bewoner, hebben zij daarover bij de gemeente een klacht ingediend.
De bewoner klaagt erover dat de burgemeester van Zandvoort de klacht over hem betreffende een privékwestie in behandeling heeft genomen.
In rapport 2011/343 schreef de Nationale ombudsman dat klachtbehandeling via de wettelijke regels zich er niet voor leent om een individueel raadslid aan te spreken op het niet-naleven van gedragsnormen. Deze formele klachtbehandeling is gericht op handelen van overheidsinstanties en gedrag van individuele raadsleden valt daar niet. Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de fractie waar het raadslid toe behoort, om een individueel raadslid op het niet-naleven van de normen aan te spreken. De gemeenteraad draagt daarbij de eindverantwoordelijkheid.
Ook in deze zaak is sprake van een gedraging van een individueel raadslid. Klachtbehandeling over het raadslid door de gemeente of de Nationale ombudsman op grond van de wet is daarom niet aan de orde. Hier speelt echter iets anders, namelijk de klacht dat de burgemeester de klacht over het raadslid in behandeling heeft genomen. Als de Nationale ombudsman daarover een oordeel zou geven, zou de onderliggende klacht over het raadslid alsnog in de werkingssfeer van de wet worden getrokken, wat ongewenst is. Met zijn klacht over de burgemeester kan het raadslid daarom niet terecht bij de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman onthoudt zich daarom van het geven van een oordeel.