Verzoekster bracht om half twee 's nachts samen met haar buurman een oude tv naar haar auto, met de bedoeling om die de volgende dag naar de vuilstort te brengen. De buurman had een brandende zaklamp in zijn mond. Politiecamera's pikten dit op en twee politieambtenaren gingen polshoogte nemen. Bij de auto van verzoekster ontstond een woordenwisseling, omdat verzoekster niet op verzoek van de politieambtenaren een ID-bewijs liet zien. Verzoekster werd uiteindelijk in de boeien geslagen en overgebracht naar het politiebureau. Nadat haar buurman haar ID-bewijs had gebracht, mocht ze weer naar huis.
Verzoekster klaagde erover dat de politie de situatie op straat onnodig had laten escaleren.
De Nationale ombudsman was van oordeel dat de politieambtenaren genoeg reden hadden om verzoekster naar haar ID-bewijs te vragen. Maar toen verzoekster dit niet kon tonen, omdat zij geen ID-bewijs bij zich had, heeft een van de politieambtenaren zich te snel gemengd in het gesprek dat haar collega met verzoekster voerde en de situatie daarmee onnodig op scherp gezet.
Vereiste van de-escalatie: gegrond.
Verzoekster klaagde er ook over dat ze in de boeien was geslagen en dat ze door de politieagente was gefouilleerd die haar had aangehouden.