Verzoekers zwagers wonen in Cuba en wilde verzoeker en zijn vrouw in Nederland bezoeken. De zwagers dienden daarom visumaanvragen in bij de Nederlandse ambassade te Havanna.
Verzoeker klaagde over de wijze waarop de ambassade met deze visumaanvragen was omgegaan. Volgens verzoeker was hierbij sprake van gebrekkige dienstverlening waardoor zijn zwagers meerdere keren naar de ambassade hebben moeten reizen. Ook moest verzoeker verschillende malen nieuwe stukken indienen ten behoeve van de visumaanvragen.
Uit het onderzoek van de Nationale ombudsman kwam naar voren dat de zwagers zeven keer bij de ambassade zijn geweest in verband met de twee visumaanvragen. Op basis van het onderzoek had de Nationale ombudsman de indruk dat de communicatie tussen de ambassade en de zwagers/verzoeker niet (steeds) soepel was verlopen. De Nationale ombudsman was – met de minister – van oordeel dat de ambassade onvoldoende duidelijk had gecommuniceerd over de noodzaak van het maken van een afspraak voor het afnemen van een diepte-interview. Op dit punt was dan ook het vereiste van goede informatieverstrekking geschonden.
Verder zijn er uit het onderzoek onvoldoende concrete aanknopingspunten naar voren gekomen voor het oordeel dat de dienstverlening van de ambassade gebrekkig was geweest.