2012/183: Politie kiest een te juridische insteek bij slachtoffers na een AT inval

Rapport

De politie had informatie dat de zoon van verzoekers zware wapens in huis zou bewaren. Om die reden deed een arrestatieteam een inval in de woning. Op dat moment waren de moeder van het gezin en drie minderjarige kinderen in huis. De zoon was niet in de woning, evenmin werden er wapens gevonden. De inval van de politie had een stevige impact op het gezin, maar nazorg door de politie bleef uit. De klacht van verzoekers over het gebrek aan nazorg werd door de korpsbeheerder gegrond verklaard, maar de communicatie over een eventuele tegemoetkoming, die de commissie voor politieklachten op zijn plaats vond, belandde in een impasse.

Verzoekers klaagden er bij de Nationale ombudsman over dat de politie hen twee jaar na dato nog steeds geen tegemoetkoming had geboden voor de immateriële schade, ondanks de aanbeveling daartoe van de Commissie voor de politieklachten.

De Nationale oordeelde dat de korpsbeheerder een te formele opstelling heeft gekozen. Het was beter geweest als hij naast het aanbieden van excuses voor het gebrek aan nazorg, meteen een passende financiële tegemoetkoming had aangeboden.

Het vereiste van behoorlijk overheidsoptreden dat de overheid zich coulant opstelt als zij fouten heeft gemaakt. De klacht is gegrond.

Instantie: Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Klacht:

verzoekers geen tegemoetkoming geboden voor de immateriële schade die zij hebben geleden als gevolg van de inval van een arrestatieteam en het gebrek aan nazorg, ondanks de aanbeveling daartoe van de commissie voor de politieklachten

Oordeel:

Gegrond