Op 17 juni 2009 wilde verzoeker zijn motor op de stoep parkeren. Op dat moment kwam er volgens verzoeker een bestelwagen achteruitrijden in zijn richting. Verzoeker stelt dat hij heeft getoeterd en geroepen om de bestuurder van de bestelwagen te laten weten dat hij op de stoep stond. Volgens verzoeker reageerde de bestuurder hier niet op. Uiteindelijk heeft verzoeker een trap tegen de bestelwagen gegeven, omdat hij bang was dat die wagen tegen hem aan zou rijden. Vervolgens stopte de bestelwagen. Hierna heeft verzoeker zijn motor geparkeerd en is hij naar een afspraak gegaan. De bestuurder van de bestelwagen belde de politie, omdat hij schade aan zijn wagen had. Toen verzoeker terugkwam van zijn afspraak stonden er twee politieambtenaren bij zijn geparkeerde motor. Daarna heeft de politie verzoeker aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Verzoeker klaagt over zijn aanhouding.
De Nationale ombudsman is allereerst van oordeel dat de politieambtenaar bevoegd was om verzoeker aan te houden. De vraag die echter moet worden gesteld is of zij ook daadwerkelijk mocht overgaan tot de aanhouding, of dat er een minder bezwarende mogelijkheid was.
Bij de beantwoording van de vraag of de politie verzoeker wel aan had moeten houden en mee had moeten nemen naar het politiebureau, weegt het voor de Nationale ombudsman zwaar dat verzoeker de keuze heeft gemaakt om, nadat hij tegen de bestelwagen had geschopt, weg te lopen. Hierdoor was de bestuurder van de bestelwagen genoodzaakt de politie te bellen. Verzoekers eigen aandeel in deze gang van zaken rechtvaardigt dan ook naar het oordeel van de Nationale ombudsman de ongemakkelijke positie waarin hij voorts kwam, namelijk dat hij werd meegenomen door de politie naar het bureau. Daar komt bij dat het in dit geval ging om een aanhouding op heterdaad, en de Nationale ombudsman zich bewust is dat bij het alternatief – het maken van een afspraak om verhoord te worden – het nog maar de vraag is of de verdachte dan wel komt opdagen. De politie heeft dan ook niet in strijd gehandeld met het recht op persoonlijke vrijheid.
Recht op persoonlijke vrijheid.