Verzoeker is directeur van een archeologisch onderzoeksbureau. In 2009 publiceerde de provincie Flevoland de openbare aanbesteding van het archeologisch onderzoek van vindplaats 5 ten behoeve van de aanleg van de N23 ter hoogte van Swifterband, met de uitnodiging aan geïnteresseerden om te reageren. Verzoeker zag af van inschrijving omdat de eisen aan de referentieprojecten zo hoog waren dat hij daar niet aan kon voldoen.
Verzoeker klaagt erover dat de provincie bij de aanbesteding zodanige eisen heeft gesteld dat bij voorbaat vaststond dat slechts 1 partij in Nederland daaraan kon voldoen.
In dit geval dienden, gelet op de waarde van de projectomvang, de regels voor Europese aanbesteding gevolgd te worden. Met de regels voor aanbesteding is beoogd om via een heldere procedure voor de voordeligste prijs een kwalitatief acceptabel werk of dienst te laten uitvoeren. Het bieden van gelijke kansen aan de ondernemers op de markt is een factor die wordt meegewogen, maar steeds in verhouding tot andere factoren waarmee rekening moet worden gehouden. De provincie kan in haar standpunt worden gevolgd dat de procedure volgens de voorschriften was verlopen en dat aan het externe advies (van archeologisch adviesbureau Vestigia) het vertrouwen mocht worden ontleend dat drie tot vier met name genoemde partijen zich zouden kunnen inschrijven. Het vermoeden of zelfs de wetenschap dat slechts een enkele gegadigde in aanmerking kan komen is een factor die van belang kan zijn maar mag geen doorslaggevende rol spelen en niet leiden tot onaanvaardbare, met de intenties van een openbare aanbesteding strijdige concessie. Het archeologisch onderzoek behelsde een complex en grootschalig onderzoek. Het onderzoek diende te worden uitgevoerd door een bedrijf dat voldeed aan hoge expertisevereisten. Niet kan worden gesteld dat het vereiste van een eerder uitgevoerd project van € 600.000 bovenmatig was, en niet in verhouding stond tot de geraamde waarde van het onderzoek. Bovendien heeft de provincie aannemelijk gemaakt dat er meer dan twee partijen waren die aan de aanbestedingseisen zouden kunnen voldoen.
Redelijkheidsvereiste. Klacht is niet gegrond.