2011/148: Minister van Justitie heeft 75-jarige man detentiegeschikt verklaard, hij overleed in detentie

Rapport

Verzoeksters echtgenoot L. diende op 75-jarige leeftijd een gevangenisstraf uit te zitten van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Voor aanvang en ook tijdens de detentie heeft de advocaat van L. geprobeerd L. detentieongeschikt te laten verklaren vanwege zijn slechte gezondheidstoestand. Deze verzoeken zijn alle afgewezen. Nog tijdens zijn detentie overleed L.

Verzoekster klaagde erover dat de toenmalige minister van Justitie haar echtgenoot detentiegeschikt heeft bevonden.

De Nationale ombudsman achtte de aanhouding en overbrenging naar de P.I. juiste beslissingen nu de rechter de gezondheidssituatie van L. mee had genomen in zijn overwegingen en L. na deze uitspraak lange tijd stabiel was gebleven. De medisch adviseurs hadden geconstateerd dat het tijdens de detentie redelijk met L. ging en dat hem adequate zorg kon worden geboden. Het was dan ook niet onjuist dat L. voorafgaand aan zijn detentie en tijdens zijn detentie detentiegeschikt was bevonden.

Toen de detentiegeschiktheid van L. voor de derde maal werd beoordeeld, was zijn gezondheid sterk achteruit gegaan. Nu niet was gebleken dat L. terminaal was en zijn overlijden voor een ieder onverwacht kwam, kon L. ook op dat moment detentiegeschikt worden bevonden.

Het vereiste dat mensenrechten moeten worden gerespecteerd (te weten het verbod op een onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing) is niet geschonden.

De klacht over het ontbreken van adequate medische zorg tijdens de detentie is eveneens niet gegrond.

Instantie: Minister van Justitie

Klacht:

verzoeksters echtgenoot detentiegeschikt bevonden

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Minister van Justitie

Klacht:

verzoeksters echtgenoot geen adequate medische zorg gegeven

Oordeel:

Niet gegrond