Verzoekster woont in een Arnhemse buitenwijk. Op de inrit naast haar woning is geen mogelijkheid om haar GFT- en huisvuilcontainers te plaatsen. Met medeweten van een medewerker van Stadsbeheer zette zij haar containers daarom in het groen naast de zijweg, uit het zicht, naast haar woning. Naar aanleiding van een melding van een buurman deelde de dienst Stadsbeheer haar mee, dat zij volgens de voorschriften haar container op eigen terrein diende te plaatsen. Verzoekster vond dat niet correct omdat haar containers al jaren naast de zijweg stonden en niemand daar hinder van had.
Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem achtte verzoeksters klacht op dit punt niet gegrond. Vroeger werden wel uitzonderingen toegestaan, maar vanwege problemen was besloten een strakker beleid te hanteren, en wordt er vrijwel geen toestemming meer verleend voor plaatsing van containers buiten het eigen terrein. Verzoeksters situatie was nog eens opnieuw bekeken, maar gaf geen aanleiding om nog langer een uitzondering te maken
In het kader van het onderzoek deelde het college nog onder meer mee, dat uit onderzoek was gebleken dat de feitelijke situatie op verzoeksters grond toelaat dat zij haar containers daar plaatst, en dat na afweging van belangen, waaronder het belang van de gemeente bij een openbare weg waarlangs niet permanent obstakels van derden staan, was besloten om geen ontheffing te verlenen.
De Nationale ombudsman overwoog dat de gemeente naar aanleiding van de melding verplicht was om te beoordelen of er handhavend diende te worden opgetreden, en dat feitelijk vast stond, dat de destijds aan verzoeksters verleende toestemming in strijd met de voorschriften was.
Volgens de ombudsman kunnen de ervaringen die met nieuw beleid zoals i.c. de introductie van rolcontainers zijn opgedaan, leiden tot nieuwe inzichten en een reden vormen om een eerder ingenomen standpunt te wijzigen. Volgens het college zijn er goede redenen voor een strakker handhavingsbeleid en is in bijzondere gevallene een uitzondering mogelijk. Dat doet zich in dit geval niet voor. De consequentie van deze constatering is, dat het ontbrak aan een goede reden om de eerdere verleende toestemming te continueren college geen andere keus had dan verzoekster te verplichten voortaan har containers op eigen terrein te zetten. Het door het college gevoerde beleid stemt ook overeen met het rapport "Helder handhaven"(2010/235).
De onderzochte gedraging van het college is behoorlijk.
Vereiste van rechtszekerheid.
