Verzoekers klagen er over dat, ondanks herhaalde rappels en interventies door de Nationale ombudsman, het college van burgemeester en wethouders van Delft nog geen reactie heeft gegeven op hun klacht.
Op 5 april 2010 dienden verzoekers een klacht in over de handelwijze van de gemeente Delft bij de bouw van de Koepoortgarage. Een afschrift van deze brief is aan de Nationale ombudsman gestuurd, omdat verzoekers elk vertrouwen in de gemeente zijn verloren. Toen zij geen enkele reactie op de klacht ontvingen, is vanuit de Nationale ombudsman contact opgenomen met de gemeente. Daarna is opnieuw geïntervenieerd en zijn er afspraken gemaakt over de afhandeling. Enkele maanden hadden verzoekers nog steeds geen definitieve reactie was ontvangen. Bij de opening van het onderzoek is het college expliciet gevraagd waarom het niet mogelijk is gebleken de klacht van verzoekers tijdig af te handelen en waarom de gemaakte afspraken niet zijn nagekomen. Door het college werd hierop niet gereageerd.
De Nationale ombudsman overwoog dat dat burgers er op mogen vertrouwen dat de afhandeling van een ingediende klacht plaatsvindt binnen de daarvoor in de wet genoemde termijn. Dit volgt uit het vereiste van rechtszekerheid. Omdat een jaar na de indiening van de klacht nog steeds geen beslissing is genomen is de klacht gegrond.
Ten overvloede overwoog de Nationale ombudsman al eerder in een vergelijkbare zaak (rapport 2010/161) met verbazing kennis genomen van de wijze waarop de gemeente Delft had gecommuniceerd . Inmiddels moet helaas worden geconcludeerd dat er binnen de gemeente Delft geen of onvoldoende voortgang op dit onderdeel is geboekt. De burgemeester, tot wiens taak het behoort toe te zien op een goede afhandeling van klachten, zal dan ook worden gevraagd aan te geven welke maatregelen worden genomen om op korte termijn daadwerkelijk verbetering te realiseren.
