De advocaat van verzoekers, allen ondernemers, verzocht de gemeente De Ronde Venen onder meer om op de hoogte te worden gehouden van de aanvragen om vergunningen of ontheffingen en de beslissingen met betrekking tot de aanleg van een nieuwe weg als gevolg waarvan de bedrijven van zijn cliënten schade zouden lijden. Het college van burgemeester en wethouders antwoordde op 11 februari 2010 dat de bouwactiviteiten waarvoor vergunning was gevraagd overeenstemden met het bestemmingsplan en dat voor de tijdelijke wegafsluiting nog een verkeersbesluit zou worden genomen dat dan ter inzage zou worden gelegd.
De advocaat vroeg het college per fax van 17 mei 2010 om hem een kopie te sturen van het aangekondigde verkeersbesluit en van een volgens een publicatie verleende bouwvergunning voor een brug. Op 26 mei 2010 deelde het college hem onder meer mee, dat op 14 april 2010 de bouwvergunning voor de wegwerkzaamheden en op 21 april 2010 het voornemen tot verlenen van een vergunning voor de bouw van de brug was gepubliceerd.
Verzoekers klagen erover dat de gemeente hun advocaat niet op tijd heeft geïnformeerd over de verleende bouwvergunning. Volgens de advocaat had hij er op mogen vertrouwen dat het college hem zo spoedig mogelijk na het nemen van de beslissing van 7 april 2010 daarover had geïnformeerd en had het college nog vóór het verstrijken van de bezwaartermijn op 19 mei 2010 kunnen reageren op zijn verzoek van 17 mei 2010.
De Nationale ombudsman overwoog dat de betrokken ondernemers belang hadden bij de besluiten in verband met de consequenties voor de bereikbaarheid van hun bedrijf. Het verzoek van hun advocaat om daarover te worden geïnformeerd had moeten worden ingewilligd tenzij er een goede reden was om dat niet te doen, en daar had de advocaat dan van in kennis moeten worden gesteld. Dat is niet gebeurd. De advocaat mocht er daarom vanuit gaan dat het college hem zou informeren. Het college kan ook niet worden gevolgd in zijn standpunt dat de desbetreffende besluiten op de voorgeschreven wijze zijn gepubliceerd en dat niet uitdrukkelijk was toegezegd dat de advocaat rechtstreeks zou worden geïnformeerd.
Voorts overwoog de Nationale ombudsman dat aan de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht over de procesvertegenwoordiging in bezwaar- of beroepsprocedures mag worden ontleend dat ook in het geval dat iemand zich via zijn advocaat wendt tot een overheidsinstantie in verband met zijn belang bij een nog te nemen besluit, die advocaat wordt geïnformeerd over dat besluit nadat het is genomen. Dat dient tevens het belang van een efficiënt procesverloop in het geval van eventuele bezwaren. Vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking. De Nationale ombudsman oordeelde de klacht gegrond.