Verzoeker had zich bij de sociale dienst te Haarlem gemeld voor een bijstandsuitkering. Hij werd daar weggestuurd. Vervolgens meldde hij zich bij het CWI. Ook daar werd hij weggestuurd. Daarna diende zijn gemachtigde schriftelijk een aanvraag in voor een uitkering. Het CWI had geweigerd ook deze schriftelijke aanvraag in behandeling te nemen. Het CWI had de brief gericht aan de gemeente retour gezonden. Daarna verzocht de gemachtigde van verzoeker de voorzitter van gedeputeerde staten van Noord-Holland te besluiten dat de gemeente voorschotten zou verlenen aan verzoeker.
Verzoeker klaagde erover dat de voorzitter van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland een verzoek om voorschotten te verlenen in het kader van een bij de gemeente aangevraagde uitkering had afgewezen zonder hem te horen, maar uitsluitend was afgegaan op bij de gemeente opgevraagde gegevens.
Bij de beslissing op een aanvraag moet zoveel mogelijk aanwezige informatie worden vergaard om tot een weloverwogen oordeel over de aanvraag te kunnen komen. De mogelijkheid om op grond van de Wet werk en bijstand een verzoek om voorschotten in te dienen bij de voorzitter van gedeputeerde staten is een noodvoorziening ter overbrugging van de bestuurlijke voorfase Dit is de fase vanaf het moment dat iemand een bijstandsuitkering heeft aangevraagd bij de gemeente tot het moment waarop de gemeente een beslissing op die aanvraag heeft genomen. Om te voorkomen dat de bestuurlijke voorfase wordt verlengd, is het niet mogelijk om tegen een afwijzing van een verzoek om een voorschot door de gemeente en later door de voorzitter bezwaar en vervolgens beroep in te dienen. In dat licht bezien is het begrijpelijk dat de voorzitter als derde-instantie zijn rol niet uitputtend, maar enigszins lijdelijk ziet ter voorkoming dat hij per saldo fungeert als administratief beroepsinstantie of de rol van de gemeente overneemt als bijstands/hulpverlener.
Het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving houdt in dat bestuursorganen bij de voorbereiding van hun handelingen de relevante informatie verwerven.
Verzoeker klaagde erover ook over dat (de voorzitter van) gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland:
hem niet had gehoord naar aanleiding van zijn klacht over het bovenstaande;
een tweede verzoek om voorschotten te had heeft afgewezen, omdat de bijstandsaanvraag niet compleet was.
