Ellen* wil na haar scheiding met een nieuw huis een nieuw leven beginnen. Haar oog valt op een betaalbare koopwoning. Enig minpunt: vlak erlangs komt een provinciale weg. Tijdens de informatieavond over deze weg vraagt ze of er een geluidsscherm komt. Jazeker, dat is bij de plannen van provincie Limburg inbegrepen. Met een gerust hart tekent ze – in 2007 - het koopcontract.
Als de weg er eenmaal ligt, blijkt van een geluidsscherm geen sprake. Ellen heeft dagelijks last van lawaai van langsrijdende auto’s en het licht van hun koplampen. Het lijkt ook of automobilisten recht in haar woonkamer kunnen kijken. Zo had ze zich haar nieuwe leven niet voorgesteld.
Drie jaar lang probeert Ellen zelf tot een oplossing te komen met de provincie. Geschonden privacy? Daarover had ze inspraak toen er inzage was in het bestemmingsplan. Nu niet meer. Lichthinder? De provincie zal het onderzoeken maar kan niets beloven. Geluidsoverlast? Daarvoor biedt de provincie excuses: de informatie van destijds over een geluidsscherm klopte niet. Volgens onderzoek van de provincie is een geluidsscherm bij nader inzien niet nodig. De provincie lijkt niet te beseffen dat toezeggingen ook verwachtingen scheppen.
Gelukkig komt er na anderhalf jaar eindelijk een lichtscherm. En een ambtenaar van de provincie bezoekt Ellens woning en zegt een oplossing toe voor de aantasting van haar privacy en de geluidsoverlast. Maar er gebeurt daarna niets. Ten einde raad dient Ellen haar klacht bij mij in. De provincie Limburg heeft vanaf het begin van alles toegezegd, maar behalve het lichtscherm is er niets gebeurd.
Ik bel de provincie. 'Voor de verkeerde informatie over het geluidsscherm hebben ze nu wel genoeg excuses aangeboden,' wordt mij verteld. 'En trouwens, de ambtenaar die Ellen bezocht, was helemaal niet bevoegd om toezeggingen over geluidsschermen te doen. Dat had mevrouw toch moeten begrijpen.' Dat vind ik raar, want Ellen heeft zelfs een voorstel van deze man voor zo’n scherm moeten ondertekenen. Dan mag je toch aannemen dat hij serieus was.
Wat ik ook vreemd vind is dat de provincie Limburg zegt van alles te hebben onderzocht, maar daar niets van kan bewijzen. Er zijn geen telefoonnotities, geen rapporten. In dit soort kwesties is het dan altijd het beste om met elkaar rond de tafel te zitten en alles eens goed te bespreken. Wij bemiddelen in het gesprek. Gelukkig komen we verder. De provincie rekent zich de klacht over toezeggingen die ze niet is nagekomen, alsnog aan. Ellen krijgt uitgebreide excuses én de belofte dat de provincie voortaan zorgvuldiger te werk zal gaan. We gaan samen kijken naar de beste oplossing om de overlast voor Ellen te beperken. Gelukkig beseft nu de provincie Limburg eindelijk dat je met toezeggingen aan de burger ook verwachtingen schept.
*Om privacyredenen zijn de namen veranderd
De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column