De Belastingdienst stelde een afschrift van een brief, gericht aan verzoeker, in handen van de gemeente Groningen. De gemeente gebruikte de brief in een procedure tegen verzoeker in het kader van de Wet Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (Bibob). De terbeschikkingstelling van de brief vond plaats in het kader van een convenant dat onder meer was ondertekend door de gemeente en door de staatssecretaris van Financiën.
Verzoeker klaagde er over dat de Belastingdienst de brief aan de gemeente had gegeven en stelde dat de Belastingdienst had gehandeld in strijd met de geheimhoudingsplicht van artikel 67 Algemene wet inzake rijksbelastingen en het daarop gebaseerde Voorschrift Informatieverstrekking 1993 (het Voorschrift).
De Nationale ombudsman overwoog dat in het Voorschrift de mogelijkheid is opgenomen van informatieverstrekking uit eigen beweging aan andere bestuursorganen mits de informatieverstrekking in overeenstemming is met hoofdstuk 2.2. van het Voorschrift en mits er een titel is voor de informatieverstrekking. Die titel kan volgens het Voorschrift ook gelegen zijn in een convenant.
De Nationale ombudsman stelde vast dat aan beide voorwaarden was voldaan en dat de Belastingdienst niet had gehandeld in strijd met de op hem rustende geheimhoudingsplicht.
De Nationale ombudsman concludeerde dat de Belastingdienst niet had gehandeld in strijd met het vereiste van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer an achtte de klacht niet gegrond.