Verzoeker is aangehouden wegens vernieling en wegens bedreiging en belaging van zijn ex-partner, en vervolgens in verzekering gesteld. Na ruim twee dagen is hij op vrije voeten gesteld.
Verzoeker klaagt erover dat de politie hem tijdens zijn insluiting niet in de gelegenheid heeft gesteld in contact te komen met zijn advocaat.
De Nationale ombudsman overwoog dat de meldkamer de piketcentrale heeft ingelicht over verzoekers inverzekeringstelling. Omdat bijna twee dagen later bleek dat de piketadvocaat nog niet was langs geweest, heeft de politie getracht de piketadvocaat te bellen, hetgeen niet lukte.
Verder overwoog de Nationale ombudsman dat - gelet op het grote belang dat in verdragen en wetgeving wordt gehecht aan rechtsbijstand voor verdachten - van de politie aan actieve opstelling mag worden verwacht als een verdachte verstoken dreigt te blijven van rechtsbijstand doordat een piketadvocaat niet tijdig reageert op een melding van een inverzekeringstelling. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman had de politie op een eerder tijdstip navraag moeten doen of de melding goed was doorgegeven aan de piketadvocaat.
De klacht was gegrond wegens strijd met het recht op rechtsbijstand.
Verder niet gegronde klachten over o.a. de aanhouding, het niet beantwoorden van vragen van verzoekster, het boeien van verzoeker en de wijze van verhoren.
Gegronde klachten over de arrestantenzorg, het niet opnemen van een aangifte en een klacht, en over de duur van de klachtbehandeling.