Een echtpaar heeft een conflict met de huurder van hun woning. Deze is naar de Huurcommissie gestapt. Op een dag krijgt het echtpaar een legesvordering van het Centraal Juridisch Incassobureau op de mat. Ze snappen niet wat er aan de hand is. Als ze vragen aan de Huurcommissie hoe dat zit, horen ze dat er een hoorzitting is geweest en dat de huurder gelijk heeft gekregen. De Huurcommissie zegt de uitnodiging voor de hoorzitting en de uitspraak van de Huurcommissie via e-mail te hebben verstuurd. Volgens het echtpaar hebben zij echter niets ontvangen. Eerder stuurde de Huurcommissie brieven per post, waardoor het echtpaar ook helemaal geen e-mails verwachtte.
De Nationale ombudsman heeft de klacht onderzocht. De Huurcommissie heeft aannemelijk kunnen maken dat zij daadwerkelijk de e-mails heeft verzonden. We weten niet waarom de e-mails nooit zijn ontvangen door het echtpaar. Dit is echter niet de schuld van de Huurcommissie
We vinden het onzorgvuldig van de Huurcommissie om zonder waarschuwing over te gaan naar e-mails als je eerder steeds brieven hebt gestuurd. De Huurcommissie gaat voortaan vooraf vragen aan burgers of ze via e-mail of via post willen communiceren. Daarmee zet de Huurcommissie stappen om een situatie zoals die van het echtpaar in de toekomst te vermijden. De Nationale ombudsman is blij met deze stappen.