Mevrouw is het niet eens met een brief die zij krijgt van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Hierin staat dat zij de SVB een bedrag moet betalen. De SVB geeft aan dat het gaat om een schuld van haar overleden zus. Eerder heeft de SVB haar teveel AOW betaald. Volgens mevrouw had haar zus geen schulden en is zijzelf geen erfgenaam (degene die de erfenis krijgt) die de schuld moet betalen.
De klacht van mevrouw gaat eigenlijk over een besluit waartegen zij bezwaar en beroep kan indienen. Hierover hoeft de Nationale ombudsman volgens de wet geen oordeel te geven. Wel vindt de Nationale ombudsman het belangrijk dat mevrouw duidelijkheid krijgt over wat er nu precies speelt.
De Nationale ombudsman vraagt de SVB waarom er een schuld is en waarom mevrouw hiervoor wordt aangesproken. De SVB legt uit dat de zus van mevrouw een paar maanden teveel AOW heeft gekregen. De teveel ontvangen AOW moet zij terugbetalen. Na het overlijden van haar zus spreekt de SVB mevrouw hiervoor aan. De SVB heeft namelijk informatie opgevraagd bij het Centraal Testamentenregister, de Belastingdienst en het boedelregister van de rechtbank. Uit deze gegevens blijkt dat mevrouw erfgenaam is en zij de schuld van haar zus aan de SVB moet betalen.
Hiermee heeft de SVB volgens de Nationale ombudsman goed onderzoek gedaan naar de situatie van mevrouw. De SVB vraagt terecht geld van haar terug.
