Een meneer ontving de aanslagen voor het betalen van de gemeentelijke belastingen over 2018, 2019 en 2020 in één keer. Hij heeft het hele bedrag betaald, maar was hier niet blij mee. Hij klaagde hierover bij de Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) omdat hij vond dat ze hun administratie niet op orde hadden. Hij vroeg ook om een kleine schadevergoeding. Hij kreeg geen gelijk en dus ook geen schadevergoeding.
Volgens de wet moet een aanslag binnen drie jaar opgelegd worden. De BSR vond dat ze volgens de wet hadden gehandeld, omdat ze binnen de termijn van drie jaar zaten. Hij had daarom volgens de BSR geen recht op een schadevergoeding. Meneer was het hier niet mee eens en diende een klacht in bij de Nationale ombudsman.
De ombudsman deed navraag bij de BSR. Hij vroeg hoe het kwam dat de aanslagen over drie jaar in een keer werden opgelegd. De BSR gaf als antwoord dat dit kwam doordat er technische problemen waren bij het krijgen van informatie die nodig is om de aanslagen te berekenen. Er is een betalingsregeling aangeboden, maar meneer had de aanslagen al betaald. De Nationale ombudsman gaf meneer op sommige punten gelijk. Hoewel de achterstand niet helemaal de schuld was van de BSR, hadden ze in hun antwoord op de klacht wel meer uitleg kunnen geven over de reden hiervan. Dan had meneer waarschijnlijk geen klacht ingediend.
De Nationale ombudsman vindt het terecht dat de BSR geen schadevergoeding wil betalen, omdat er een betalingsregeling aangeboden is. Door dit aan te bieden kwam de BSR de meneer tegemoet. De instantie heeft deze klacht en de ervaring met de technische problemen gebruikt om hun werkwijze en systeem aan te passen.