Mevrouw kreeg van de Belastingdienst een schuldenoverzicht. Ze moest drie aanslagen betalen van in totaal € 3.569. Voor deze aanslagen had mevrouw eerder al kwijtschelding gevraagd. Toen dit afgewezen werd, is mevrouw ook in beroep gegaan. De afwijzing ontving ze in april 2020. Vervolgens betaalde mevrouw niet. Omdat betaling uitbleef ontving zij een aanmaning op 9 december 2021.
Hoewel mevrouw had nagelaten om tijdig (binnen een jaar) na de afwijzing op het verzoek om kwijtschelding met de Nationale ombudsman contact op te nemen, is toch naar die beslissing gekeken. De Nationale ombudsman vond dat de afwijzing van het verzoek om kwijtschelding terecht was. Mevrouw had een voorlopige teruggaaf ontvangen waar ze geen recht op had. In zo'n geval wordt geen kwijtschelding verleend behalve wanneer mevrouw daar geen verwijt van kan worden gemaakt. Voor dat laatste zijn er geen aanwijzingen. De klacht was dan ook dus ongegrond.