Verzoekers vriendin van Chinese nationaliteit vroeg op 28 januari 2004 bij de Nederlandse ambassade te Canberra een visum aan. Zij had begrepen dat binnen vier weken op de aanvraag zou worden beslist. Toen dit niet het geval was probeerde verzoeker de behandelingstermijn te achterhalen. De Visadienst liet weten dat de aanvraag binnen dertien weken behandeld moest worden. De website van de IND noemde een termijn van maximaal acht weken. Van de website van de Nederlandse ambassade in Canberra begreep verzoekers vriendin dat de behandeling tien dagen duurde. Over de verplichting van het hebben van de een referent werd op die website niets vermeld, terwijl de Visadienst had gezegd dat men zonder referent geen kans maakte. De website van de IND gaf aan dat onder omstandigheden een referent vereist was. Toen de beslissing uitbleef diende verzoeker op 23 februari 2004 een klacht in bij de Visadienst over de onduidelijke en tegenstrijdige informatieverstrekking over zowel de behandelingstermijn als over de voorwaarden voor een visum. Tevens drong hij erop aan dat vóór 3 maart 2004, de dag waarop de vliegreis gepland was, het visum zou worden verleend. Op 18 april 2004 kreeg de vriendin van verzoeker van de Nederlandse ambassade in Canberra bericht dat zij het visum kon afhalen. Omdat haar vakantieperiode op dat moment al voorbij was heeft zij dit niet gedaan.
Verzoeker klaagt erover dat hij tegenstrijdige informatie heeft ontvangen van de Nederlandse ambassade te Canberra (Australië) en de Visadienst zowel over de duur van de behandeling van de visumaanvraag als over de voorwaarden waaronder het visum kon worden verstrekt. Ook klaagt verzoeker erover dat hij als referent nimmer een vragenlijst heeft ontvangen
Verzoeker en zijn vriendin hebben geen adequate en eenduidige informatie verkregen over de precieze behandelingstermijn van hun visumaanvraag. In die zin hebben zowel de ambassade als de Visadienst kort verblijf gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatiever-strekking.
De Nationale ombudsman onthoud zich van een oordeel over de informatieverstrekking door de Nederlandse ambassade en te Canberre en Visadienst kort verblijf omdat niet duidelijk was wat verzoeker over de voorwaarden voor visumverlening heeft gevraagd aan beide instanties en wat zij daarop hebben geantwoord.
Wat de voor verzoeker als referent bestemde vragenlijst betreft viel uit het dossier bij de Visadienst niet op te maken of deze naar hem was verstuurd en weer retour ontvangen. Nu de Visadienst de correspondentie aan en van verzoeker niet nauwkeurig heeft geregistreerd heeft deze dienst het vereiste van administratieve nauwkeurigheid geschonden