Verzoeker, van Colombiaanse nationaliteit, wilde zich in Nederland herenigen met zijn partner. Het verzoek om advies omtrent de afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) aan verzoeker was negatief omdat zijn partner niet duurzaam beschikte over voldoende middelen van bestaan.
Verzoeker klaagde over het negatieve advies omdat hij van mening was dat zijn partner aan de inkomensvoorwaarde voldeed. De ministers voor Vreemdelingenzaken en Integratie en Buitenlandse Zaken reageerden niet inhoudelijk op de klacht.
De Nationale ombudsman verwees allereerst naar eerdere rapporten waarin hij reeds uiteenzette waarom hij van oordeel is dat de ministers wel inhoudelijk moeten reageren op klachten over adviezen omtrent de afgifte van een mvv. Voorts oordeelde hij dat uit de bij de adviesaanvraag overgelegde stukken kon worden opgemaakt dat verzoekers partner werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij een uitzendorganisatie en dat deze overeenkomst geen uitzendbeding bevatte. Desondanks werden haar inkomsten als onvoldoende duurzaam gekwalificeerd. Uit het advies kan echter niet worden opgemaakt waarom. De Nationale ombudsman oordeelde de gedraging dan ook als niet behoorlijk vanwege strijd met het motiveringsvereiste.