Verzoeker, een asielzoeker van Afghaanse nationaliteit, was in Nederland getrouwd met een Nederlandse vrouw voordat hij op grond van de overeenkomst van Dublin naar Oostenrijk werd verwijderd. Terwijl hij in Oostenrijk de behandeling van zijn asielverzoek afwachtte diende zijn echtgenote een verzoek om advies in met betrekking tot afgifte van een mvv aan verzoeker. Verzoekers hadden over deze procedure informatie bij de Visadienst ingewonnen. Daarop volgde een negatief advies van de Visadienst omdat verzoeker niet in zijn land van herkomst en evenmin in een “land van bestendig verblijf” verbleef.
Verzoekers klaagden erover dat een medewerker van de Visadienst hen onjuist had voorgelicht over de mogelijkheid voor verzoeker om de mvv-procedure in Oostenrijk af te wachten.
De Nationale ombudsman overwoog dat er sprake kan zijn van bestendig verblijf als de vreemdeling in het land waar hij verblijft gerechtigd is de uitkomst van een aanvraag om verblijf af te wachten.
De minister heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat de informatie die de medewerker had verstrekt conform de geldende regelgeving was. De onderzochte gedraging is op dit punt behoorlijk.
In dit geval is het telefonisch onderhoud echter gevolgd door een negatief advies dat afweek van de verstrekte informatie.
Verzoekers verzochten om vergoeding van alle kosten die voor verzoeker voortvloeiden uit zijn reis naar en de verblijfkosten in Pakistan en Afghanistan in verband met de mvv-aanvraag. De schadeclaim werd afgewezen.
De Nationale ombudsman overwoog dat de kosten als gevolg van de reis naar en het verblijf in Pakistan en Afghanistan hem bespaard zouden zijn gebleven als het advies niet om die reden was afgewezen. Nu achteraf kan worden geconcludeerd dat hij de mvv-aanvraag wél in Oostenrijk had kunnen indienen heeft hij als gevolg van het (onjuiste) advies schade geleden. De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister van Buitenlandse Zaken konden in redelijkheid niet tot de beslissing komen om het verzoek om schadevergoeding af te wijzen. De gedraging is op dit punt niet behoorlijk vanwege schending van het redelijkheidsvereiste.
Aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister van Buitenlandse Zaken wordt in overweging gegeven om alsnog inhoudelijk op het verzoek om schadevergoeding te reageren.
Overige klachtonderdelen: tegenstrijdige informatie over mvv-procedure, de vereisten en de verblijfsplaats van het dossier, vertraging door heen en weer sturen van dossiers, niet reageren op verzoek om spoedbehandeling, niet reageren op de klacht.
De minister liet weten de aanbeveling op te volgen. Aan verzoeker is een bedrag van € 2671 aan schadevergoeding uitbetaald (kosten juridische bijstand, vliegtickets, kosten verblijf in Pakistan en Afghanistan en telefoonkosten).