De Wageningen UR heeft een onderzoeker gevraagd conclusies in een rapport over grondwaterstanden aan te passen. Het rapport werd in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gemaakt. Hiermee wekken zij de indruk dat de Wageningen UR wetenschap op bestelling heeft geleverd.
Dit staat in het rapport van de Nationale ombudsman 'Een afweging op drassige gronden' dat vandaag is gepubliceerd.
Het PBL heeft aan een onderdeel van de Wageningen UR opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar de meting van grondwaterstanden in Nederland. In het rapport stond onder meer dat de grondwaterstanden in Nederland onjuist worden gemeten, waardoor er feitelijk minder sprake is van verdroging dan de overheid aanneemt. Dit heeft consequenties voor landbouwgronden en natuurbeheer.
Deze conclusie uit het onderzoek was aanleiding het rapport niet te publiceren, maar aan meerdere reviewrondes achter elkaar te onderwerpen, waarbij andere wetenschappers zich uitlieten over de onderbouwing van deze conclusies. Ondertussen werd een tweede onderzoek over hetzelfde onderwerp, met andere conclusies, wél gepubliceerd, zodat voor de buitenwereld niet duidelijk werd dat er twijfel kon bestaan over de juistheid van de meting van grondwaterstanden.
Voor de onderzoeker, die het meest betrokken was bij het onderzoek, was dit aanleiding om een beroep te doen op de klokkenluidersregeling van de Wageningen UR. Hij vond dat het PBL, de opdrachtgever van het onderzoek, en zijn werkgever niet van hem mochten verlangen de conclusies van zijn onderzoek aan te passen. Omdat de onderzoeker ongelukkig was met de manier waarop de Wageningen UR de melding van de onderzoeker op de klokkenluidersmelding heeft behandeld, legde hij zijn klacht aan de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, voor.
De Nationale ombudsman constateert dat het PBL en de Wageningen UR geen redelijke belangenafweging hebben gemaakt. Als wetenschappelijk onderzoek een reviewronde door is gekomen moet het vrij gegeven worden voor publicatie en wetenschappelijk debat.
Verder concludeert de Nationale ombudsman dat de Wageningen UR geen eerlijk spel speelde door het onderzoek naar aanleiding van de klokkenluidersmelding uit te stellen.
Wel vindt Brenninkmeijer dat de Wageningen UR de adviezen en aanbevelingen die voort kwamen uit de klokkenluidersmelding ter harte heeft genomen.
De ombudsman betreurt het echter dat de onderzoeker tijdens zijn onderzoek via de kantonrechter is ontslagen
De Wageningen UR heeft aangegeven dat zij de Nationale ombudsman niet bevoegd achten om de klacht te behandelen. Het ging volgens de Wageningen UR niet om een handeling van een bestuursorgaan maar van de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO). De Nationale ombudsman acht zich bevoegd omdat er sprake is van het uitvoeren van een publiekrechtelijke taak door de DLO.