Mijnheer Khaiat* is als Afghaanse vluchteling naar Nederland gekomen en probeert hier met een kledingreparatiebedrijf een nieuw bestaan op te bouwen. De gemeente helpt hem daarbij met een lening op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen.
Het is hard werken, maar dat geeft niet. Mijnheer Khaiat is trots: het is geen vetpot, maar hij kan in zijn eigen inkomen voorzien. Hij heeft plezier in zijn werk en dat blijft niet onopgemerkt. Door de lokale ondernemerskring wordt Khaiat onderscheiden voor zijn ondernemerszin en zijn inspanningen voor stagiairs.
Mijnheer Khaiat krijgt bericht van de gemeente dat de lening wordt omgezet "in een bedrag om niet". Hij hoeft de lening niet terug te betalen, omdat zijn inkomen te laag is geweest, legt de gemeente uit. Dat is fijn.
De blijdschap van mijnheer Khaiat ebt snel weg als hij bericht van de Belastingdienst/Toeslagen krijgt. Hij moet huur- en zorgtoeslag en kindgebonden budget terugbetalen, in totaal € 4.260. Hij heeft te veel ontvangen. Maar hoe kan dat? Hij leeft toch al jaren van een minimuminkomen? De lening is niet voor niets kwijtgescholden.
Geschrokken vraagt hij na hoe het zit. Het blijkt dat de Belastingdienst het voordeel van de kwijtschelding ziet als inkomen. Omdat de lening in één keer is kwijtgescholden heeft hij ineens een te hoog inkomen gehad in dat jaar en geen recht (meer) op toeslagen. Maar de kwijtschelding is alleen maar papieren inkomen, hoe kan hij daarvan leven?
Bovendien zijn de leningen juist kwijtgescholden omdat hij al die jaren maar net heeft kunnen rondkomen. Hij doet zo z’n best en hij staat nu ook op eigen benen, zonder lening, maar het gaat financieel allemaal net. Als hij nu de toeslagen moet terugbetalen, zakt hij onder het bijstandsniveau. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
De Belastingdienst vindt het vervelend voor mijnheer Khaiat, maar wijst zijn bezwaren af want de wet juist is toegepast. De rechter kan hem evenmin helpen, omdat het probleem zit in het feit dat de wettelijke regelingen niet goed op elkaar aansluiten.
Ten einde raad vraagt mijnheer Khaiat aan de Nationale ombudsman wat hij nog kan doen. De ombudsman vindt de situatie schrijnend; steeds meer zelfstandigen raken door de terugvordering van toeslagen in ernstige betalingsnood en kloppen aan bij de ombudsman. Hij maakt zich er zorgen over en heeft in een brief de staatssecretaris van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgeroepen om met een structurele oplossing te komen. Want van papieren inkomen kun je geen brood kopen.
* Gefingeerde naam