Verzoekers zijn van mening dat de Belastingdienst op basis van het vertrouwensbeginsel in afwijking van de vijfjaarstermijn alsnog de aanslagen overeenkomstig de gesloten vaststellingsovereenkomst moet vaststellen. Ondanks dat zij zelf geen rekening hebben gehouden met de vaststellingsovereenkomst. Verzoekers zijn van mening dat de Belastingdienst in strijd heeft gehandeld met het zorgvuldigheidsbeginsel. Door bij het opleggen van de aanslagen geen rekening te houden met de vaststellingsovereenkomst. De Nationale ombudsman is van oordeel dat de gesloten vaststellingsovereenkomst in dit geval geen bijzondere omstandigheid is die maakt dat de Belastingdienst gehouden is om "na verloop van de vijfjaarstermijn" alsnog uitvoering te geven aan het verzoek om ambtshalve vermindering. Nu niet ter discussie staat dat verzoekers geen gevolg hebben gegeven aan de in de vaststellingovereenkomst gemaakte afspraken. Onder die omstandigheid vindt de Nationale ombudsman dat de Belastingdienst - hoewel denkbaar was dat deze uit eigen beweging de aanslagen had aangepast - in redelijkheid kan afzien van het buiten de vijfjaarstermijn verlenen van ambtshalve vermindering. De Belastingdienst mag er immers op vertrouwen dat de herziene aangiften op de juiste wijze - in dit geval conform de gemaakte afspraken - worden ingediend.
Rapportbrief: Belastingdienst ziet terecht af van vermindering aanslagen vennootschapsbelasting
Rapportbrief