Een vrouw klaagt dat zij en haar vriend niet goed zijn behandeld door twee boa's van de gemeente Amsterdam. De vrouw zegt dat de boa's de auto waarin zij en haar vriend reden, lieten stoppen. De vrouw zat op dat moment achter het stuur. De vrouw geeft aan dat de boa's vertelden dat het kenteken van de auto niet goed zichtbaar was. Het koppel mocht daarna niet wegrijden van de boa's, aldus de vrouw. Zij zegt dat de boa's de politie hadden opgeroepen om bij de vrouw een drugstest af te nemen. De vrouw zegt dat haar vriend daarna door het handelen van de boa's gewond is geraakt. Ook hebben de boa's haar auto beschadigd, aldus de vrouw. Verder klaagt de vrouw erover dat de gemeente tijdens het behandelen van haar klacht niet naar haar kant van het verhaal heeft geluisterd. De Nationale ombudsman heeft naar aanleiding van de klacht onderzoek gedaan.
De boa's geven aan dat zij het koppel hebben laten stoppen omdat zij hen bewust wilden maken van het niet goed zichtbaar zijn van het kenteken. Daarna zagen de boa's aanwijzingen voor het gebruik van wiet door de vrouw. Daarom riepen zij de politie op voor een drugstest. De boa's stellen dat de vriend van de vrouw op een gegeven moment erg kwaad werd, begon te schreeuwen en bedreigingen uitte. Dat is volgens hen de reden dat zij de vriend van de vrouw hebben geboeid en aangehouden. Uiteindelijk is besloten dat werd afgezien van voorgeleiding.
De ombudsman concludeert dat de boa's niet de bevoegdheid hadden om het koppel te laten stoppen. De staandehouding was niet rechtmatig en niet behoorlijk. Deze klacht is gegrond.
De ombudsman is verder van oordeel dat de boa's na de staandehouding ook niet behoorlijk hebben gehandeld. Over wat er is gebeurd, hebben de boa's op verschillende momenten verschillend verklaard. Verder komt uit een mutatie van het voorval van de politie naar voren dat de ter plaatse gekomen politieambtenaren vraagtekens plaatsten bij het optreden van de boa's. Ook de argumenten op grond waarvan de boa's drugsgebruik bij de vrouw vermoedden, vindt de ombudsman niet overtuigend. De ombudsman vindt dat de boa's in het mondelinge en lichamelijke contact met de vriend van de vrouw hun boekje te buiten zijn gegaan. Ook acht de ombudsman aannemelijk dat als gevolg van het handelen van de boa's schade aan de auto van de vrouw is ontstaan. De klacht is gegrond.
De Nationale ombudsman komt tot slot tot de conclusie dat de klachtbehandeling door de gemeente niet behoorlijk is verlopen. De gemeente heeft niet alle informatie verzameld die van belang is om een goede beslissing te kunnen nemen. Verder had de gemeente de toezichthouders moeten betrekken bij de klachtbehandeling. Dat is onvoldoende gebeurd. Ook deze klacht is gegrond.
De ombudsman doet de aanbeveling om een afrondend gesprek tussen het koppel en de boa's te organiseren. Daarnaast geeft de ombudsman de gemeente in overweging een passend gebaar te maken naar aanleiding van de schade aan de auto.