Een klein meisje was ziek. Het was onduidelijk wat er met haar aan de hand was. Het Openbaar Ministerie (OM) verdacht de moeder ervan haar dochtertje ziek te maken. Volgens het OM beschadigde de moeder hiermee opzettelijk de gezondheid van haar dochtertje. Dat is een misdrijf. Na onderzoek besloot het OM dat het voor het dochtertje beter was als de zaak niet voor de rechter zou komen: hij seponeerde de zaak. Het OM vond wel dat er voldoende bewijs was tegen de moeder. De moeder stelde dat zij onschuldig was. De moeder wilde dat het OM dit erkende en klaagde bij het OM. Het OM bleef bij zijn standpunt en weigerde de reden voor het sepot (de sepotcode) aan te passen. Daarna klaagde de moeder bij de ombudsman.
De ombudsman oordeelt dat het OM niet heeft uitgelegd waarom de moeder de gezondheid van haar dochtertje opzettelijk wilde benadelen. De ombudsman vindt dat het OM de zaak op een andere manier moet afronden.