OM negeerde verjaring van snelheidsovertreding, maar corrigeerde sepotcode alsnog zelf

Brief

Een man werd verdacht van een forse snelheidsovertreding. Na ruim vier jaar sloot het Openbaaar Ministerie (OM) de zaak af met sepot, code 'oud feit'.  Dit is de code voor gevallen waarin bestraffing wel mogelijk is, maar een officier van justitie de zaak niet doorzet omdat er al veel tijd is verstreken sinds het feit. De man vond echter dat het bewijs voor te hard rijden niet deugde. En zijn advocaat wees het OM erop dat veroordeling sowieso niet aan de orde was, omdat de zaak was verjaard. 

In eerste instantie weigerde het OM de sepotcode aan te passen. De officier wees daarbij op zijn 'discretionaire bevoegdheid' bij seponeren. Toen de advocaat bleef hameren op aanpassing, corrigeerde de officier zijn beslissing alsnog: hij constateerde dat strafvervolging wettelijk onmogelijk was geworden. Hij kende de sepotcode voor verjaring toe. De klacht van de man over afwijzing van de code voor onvoldoende bewijs werd weer afgewezen.

De Nationale ombudsman vond die afwijzing niet onbehoorlijk. Als er sprake is van verjaring, is sepot de juiste afsluiting van een strafzaak. En dan mag het OM ertoe besluiten om verjaring als reden voor het sepot op te geven. Bij de rol van de ombudsman past niet dat hij bekijkt of een andere sepotgrond, bijvoorbeeld sepot vanwege onvoldoende bewijs, beter zou zijn. Maar de speelruimte voor het OM is niet zó groot dat het een beoordeling of een veroordeling eigenlijk wel haalbaar is, mag overslaan. Dat blijkt uit de regels die het OM zelf heeft opgesteld voor het onderbouwen van een sepot.