Verzoeker maakte filmopnamen van de eerste hulpverlening door de politie aan een man die net door hen was neergeschoten. Verzoeker was geen getuige van het schieten zelf. Tijdens het maken van de filmopnamen sprak een politieambtenaar verzoeker aan en verzocht hem te stoppen met filmen. Verzoeker stopte daarop direct met filmen
Verzoeker klaagt er over dat het hem niet duidelijk was of het ging om een bevoegd gegeven bevel of een verzoek zonder een verplichting om hier ook aan te voldoen. Ook klaagt hij er over dat de Klachtencommissie geweigerd zou hebben om de filmopnamen tijdens de zitting te bekijken.
De Nationale ombudsman heeft de beelden die verzoeker met zijn mobiele telefoon heeft gemaakt bekeken en gehoord. Te zien is dat er een drietal politieambtenaren bij het slachtoffer zitten. Verzoeker staat achter het afzetlint. Eén van de politieambtenaren wijst naar verzoeker en zegt tegen een politieambtenaar bij het afzetlint: "kun je even zeggen dat hij moet stoppen met filmen", waarop haar collega bij het afzetlint zegt: "meneer, hebt u het gehoord."
De Nationale ombudsman toetst hier aan het vereiste van behoorlijk overheidsoptreden dat de overheid de burger respecteert, hem fatsoenlijk behandelt en hulpvaardig is. De Nationale ombudsman is op basis van de beelden van oordeel dat niet is gebleken dat aan verzoeker geen ruimte werd gelaten om door te gaan met filmen. De klacht is niet gegrond.
Ten aanzien van de klachtbehandeling is niet vast komen te staan dat de Klachtencommissie inderdaad heeft geweigerd te beelden in te zien. Daarom onthoudt de Nationale ombudsman zich van een oordeel hierover. Wel merkt hij ten overvloede en in zijn algemeenheid op dat het raadzaam is om dit soort beelden wel in te zien gedurende de zitting. Het vergt immers niet veel tijd en kan voor een belangrijk deel bijdragen aan de waarheidsvinding.