De gemeente Meerssen sluit bij wijze van proef een weg af, ter verbetering van de verkeersveiligheid voor schoolgaande jeugd in die buurt. De gemeente doet dit zonder daaraan voorafgaand een verkeersbesluit te treffen. Daarbij stelt de gemeente zich op het standpunt dat de artikelen 34 – 37 van het Besluit administratieve bepalingen in zake het wegverkeer (BABW) haar die mogelijkheid biedt. De proefperiode liep af en de afsluiting bleef bestaan.
Verzoeker klaagt er over dat de gemeente haar handelwijze op die BABW-bepalingen baseert. Volgens verzoeker lenen die bepalingen zich daar niet voor en had de gemeente gewoon voorafgaand aan de proefmaatregel een verkeersbesluit moeten nemen. Door deze handelwijze stelt de gemeente de burger voor het voldongen feit (de weg is reeds afgesloten) en dat maakt uit voor iemands afweging of hij al dan niet nog beroep instelt tegen het achteraf genomen verkeersbesluit.
De gemeente stelt dat er in dit geval sprake was van een dringende omstandigheid van voorbijgaande aard, zoals in het BABW staat aangezien de verkeersveiligheid in het geding is en de proefmaatregel in theorie ook beëindigd had kunnen worden en dus van voorbijgaande aard was. Ook gaf de gemeente aan dat het voorkomen van een bezwaarprocedure een belangrijk procesbelang is bij de afweging om voor deze handelwijze te kiezen.
De Nationale ombudsman volgt de stellingen van de gemeente waarom hier volgens haar sprake was van een situatie zoals bedoeld in artikelen 34-37 BABW, niet. Er was geen sprake van een acute situatie, aangezien de verkeerssituatie al veel langer onveilig was. Daarbij moet de situatie van voorbijgaande aard zijn, niet de genomen maatregel zelf.
De wetgever heeft expliciet mogelijkheden geschapen om in gelimiteerde gevallen spoedmaatregelen te treffen. Deze situatie valt daar niet onder.
Verkeersmaatregelen kunnen grote gevolgen hebben voor belanghebbenden. Door de wegbeheerder te verplichten om een verkeersbesluit te nemen, wil de wetgever bereiken dat besluiten weloverwogen worden genomen. Hierbij is van essentieel belang dat het besluit voor belanghebbenden de juridische mogelijkheid biedt om bezwaar en beroep aan te tekenen.
Het siert de gemeente dat zij actie wil ondernemen om de verkeersveiligheid te verbeteren. Zij had dan daarvoor gewoon een verkeersbesluit moeten nemen. De gemeentehad kunnen en moeten anticiperen op een gewenste datum van het daadwerkelijk treffen van de maatregel en daaraan voorafgaand het verkeersbesluit moeten nemen. Door te handelen zoals in dit geval is gebeurd, heeft de gemeente zich er niet voldoende van vergewist dat de burger een rechtsgang wordt ontnomen.
De Nationale ombudsman verklaarde de klacht gegrond wegens strijd met het vereiste van fair play.
