Nadat de aanvraag om een verblijfsvergunning van verzoeksters partner was afgewezen, hadden verzoekster en haar partner verschillende malen contact met de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Vervolgens werd verzoeksters partner staande gehouden door de vreemdelingenpolitie.
Verzoekster klaagde erover dat haar partner door de vreemdelingenpolitie was staande gehouden, terwijl er met de DT&V afspraken waren gemaakt over het uitblijven van inbewaringstelling.
Nu de lezingen van verzoekster en de betrokken medewerker van de DT&V over wat zij telefonisch hadden besproken tegenover elkaar staan en er onvoldoende aanknopingspunten waren om meer waarde te hechten aan één van de lezingen, kon de Nationale ombudsman – hoe onbevredigend ook – geen oordeel geven over de klacht.
Geen oordeel.