Verzoeker werd verdacht van het plegen van een strafbaar feit en de politie heeft hem op 13 februari 2013 vroeg in de ochtend aangehouden. Hiertoe werd een arrestatieteam ingezet, dat voor het betreden van verzoekers woning twee ramen forceerde middels het gebruik van een zogenaamde rescuezaag (lijkt op een kettingzaag) en een koevoet.
Verzoeker klaagt erover dat de betrokken politieambtenaren buitensporig veel schade hebben aangericht, waaronder schade aan de kozijnen, de ruiten, de ipad en de gordijnen.
Gelet op de tactische overwegingen van het arrestatieteam overwoog de Nationale ombudsman allereerst dat het arrestatieteam op de wijze kon binnentreden zoals in het onderhavige geval is geschied. Voorts is geconstateerd dat het arrestatieteam schade heeft veroorzaakt aan de twee ramen in verzoekers woning, de gordijnen en een kozijn. Deze zijn alle beschadigd geraakt op het moment dat het arrestatieteam de woning wilde betreden en de ramen hiertoe heeft geforceerd. Gelet op het feit dat het met geweld binnentreden van een woning behoort tot één van de standaardprocedures van het arrestatieteam én het feit dat de rechercheofficier toestemming had gegeven, kon deze schade het arrestatieteam niet worden verweten en kwam deze voor risico van verzoeker.
Ten aanzien van de schade aan de iPad, iPhone, het bankstel, de steenstrips en het stucwerk concludeerde de Nationale ombudsman dat het niet aannemelijk is dat het arrestatieteam genoemde schade heeft veroorzaakt.
Het arrestatieteam heeft niet in strijd met het evenredigheidsvereiste gehandeld.
De klacht over het geven van toestemming tot de inzet van een arrestatieteam is niet gegrond.