Uit de krant vernemen twee bestuursleden van een stichting die geïnteresseerd is in de overname van een sporthal en bijbehorend sportcafé dat een ander echtpaar de exploitatie op zich neemt. Zij wenden zich tot de burgemeester van Gemert-Bakel, omdat de medewerker van de gemeente naast zijn betrokkenheid bij de sporthal, ook horecaondernemer is. De vrouwelijke helft van het echtpaar dat de exploitatie gaat voeren, is ook werkneemster in de horecazaak van de ambtenaar. Betrokkenen achten dit in strijd met de regels voor integer handelen.
Na reactie van de gemeente dat de nevenfunctie van de medewerker bekend is en er geen sprake is van enige belangenverstrengeling of van een verband tussen de nevenfunctie en de keuze voor de nieuwe exploitanten wenden betrokkenen zich tot de ombudsman. Zij klagen er over dat niet voldoende wordt gemotiveerd waarom de integriteit van het gemeentelijk handelen niet in het geding is (geweest).
De ombudsman overwoog dat integriteit de persoonlijke eigenschap is van een individu die inhoudt dat de betrokkene eerlijk en oprecht is, niet omkoopbaar is en belangenverstrengeling vermijdt. Integer handelen binnen het openbaar bestuur betekent dat men zich houdt aan de waarden en regels die daarvoor gelden. Een integere overheid is een betrouwbare overheid. Rechtschapen en onkreukbaar. Bij de overdracht van gemeentelijke taken aan een derde partij is het daarom naar het oordeel van de ombudsman van belang dat het voor alle partijen duidelijk is welke overwegingen ten grondslag hebben gelegen aan een beslissing. Dit geldt zeker als er sprake is van een relatie tussen de overheidsinstantie en de derde partij.
Verzoekers waren in beginsel geïnteresseerd in overname van de sporthal en verrast door de mededeling dat de exploitatie aan een andere, externe partij was overgedragen. In hun brief aan de burgemeester stellen zij de mogelijke relatie tussen de gemeente of een daar werkzame ambtenaar en de nieuwe exploitanten aan de orde.
Uit het onderzoek is het de Nationale ombudsman niet gebleken dat de integriteit van de gemeente of van de betrokken ambtenaar in het geding is (geweest). Door in de reactie op de brief echter niet duidelijker te onderbouwen, waarom het college zich op het standpunt stelt dat daar geen sprake van is, heeft het college zich echter onvoldoende actief opgesteld om te voorkomen dat twijfels kunnen ontstaan aan de integriteit. Daarmee heeft het college niet gehandeld in overeenstemming met het vereiste van transparantie.
De klacht is gegrond.
