De heer G. heeft een alcoholslot in zijn auto. Hij moet voor het rijden en tijdens de rit regelmatig blazen, om te voorkomen dat hij alcohol gebruikt als hij auto rijdt. Het gebruik van het slot is behoorlijk ingrijpend en hij moet oppassen met drank en eten en alcoholhoudende stoffen in de auto, zo leert hij door schade en schande. Want niet alleen door alcohol in het bloed, maar ook door alcohol in de longen en mond kan het alcoholslot een te hoge waarde aangeven. Als hij vier keer een te hoge waarde blaast, zal zijn rijbewijs ongeldig worden verklaard. Hij blaast een te hoge waarde, nadat hij zijn ruiten heeft gesproeid met ruitenwisservloeistof. Het was hem uit de informatie niet duidelijk dat het sproeien aan de buitenkant van de auto tot een te hoge waarde kon leiden. Bovendien blijkt volgens hem uit de blaaswaarden daarvoor en daarna dat het niet om alcohol in het bloed kan gaan, omdat die waarden daarvoor veel te snel dalen
De heer G. klaagt erover dat het CBR de waarde van de blaastest nadat hij ruitenwisservloeistof had gebruikt, heeft meegeteld als een overtreding.
Het CBR vraagt bij de leverancier na of ruitenwisservloeistof tot zo'n hoge waarde bij een blaastest kan leiden. De leverancier zegt dat dit niet kan. Als er vervolgens een praktijktest met de auto van verzoeker wordt gedaan, blijkt dat er wel degelijk een hoge waarde wordt geblazen. De Nationale ombudsman vindt dat het CBR de eerdere beslissing niet voldoende heeft gemotiveerd. De uitslag blijkt door ruitenwisservloeistof te kunnen zijn ontstaan.
Het CBR geeft aan dat zij alsnog de verschillende blaastests van die dag laat analyseren en dat de beslissing zal worden heroverwogen.
De Nationale ombudsman acht de klacht gegrond wegens strijd met het beginsel van een goede motivering. Met instemming neemt hij er kennis van dat het CBR een heroverweging uit zal voeren.