Verzoeker en zijn partner leven al jarenlang in onmin met hun buurman. Volgens verzoeker worden zij door de buurman lastig gevallen en geterroriseerd. Verzoeker en zijn partner werden na een ruzie met de buurman aangehouden wegens de verdenking van openlijke geweldpleging. Na enig duwen en trekken over en weer, zou verzoekers partner de buurman met een paraplu hebben geslagen.
Verzoeker klaagt erover dat hij na zijn aanhouding en voorgeleiding op 14 september 2010 om 21.45 uur tot de volgende dag 12.00 uur is opgehouden op het politiebureau.
Er waren voldoende feiten en omstandigheden die rechtvaardigden dat verzoeker als verdachte van openlijke geweldpleging werd aangemerkt. Er was echter onvoldoende reden om verzoeker gedurende de nacht en de ochtend in te sluiten. Allereerst speelde het onderzoeksbelang niet meer, nu verzoeker en zijn partner in het cellencomplex naar alle waarschijnlijkheid enige tijd samen in een ruimte hebben gezeten, waardoor zij de mogelijkheid hadden verklaringen op elkaar af te stemmen. Voorts hadden zij voor hun aanhouding al verklaard dat verzoekers partner degene was die met de paraplu had geslagen. Gegeven deze feiten, de aard van het delict en de leeftijd van verzoeker (boven de zeventig), had de politie kunnen volstaan met het opnemen van een korte verklaring in de avonduren, waarna in elk geval verzoeker in vrijheid had kunnen worden gesteld en de volgende ochtend zo nodig nader had kunnen worden verhoord.
Het evenredigheidsvereiste is geschonden.
De klacht dat verzoeker als verdachte is aangemerkt, is niet gegrond.