Verzoekster werd aangehouden door de politie en overgebracht naar het politiebureau te Dordrecht. Op het politiebureau moest zij haar hoofddoek afdoen.
Nadat haar broer voor haar een transactievoorstel had geaccepteerd en de boete had betaald, hoorde verzoekster de volgende ochtend van de politie dat zij naar huis mocht.
Verzoekster klaagt erover dat de politie haar niet heeft geïnformeerd over het transactievoorstel en zonder haar medeweten de betaling van haar broer heeft geaccepteerd.
Nu verzoekster geen gelegenheid heeft gekregen om een weloverwogen keuze te maken tussen het accepteren van het transactievoorstel en het aan de rechter voorleggen van de zaak, heeft de politie gehandeld in strijd met het vereiste van fair play.
De politiechef wordt in overweging gegeven om de transactie ongedaan te maken, waarna het proces-verbaal opnieuw door het openbaar ministerie kan worden beoordeeld.
Verzoekster klaagt er ook over dat zij in bijzijn van een mannelijke arrestantenbewaarder haar hoofddoek moest afdoen.
De politiechef heeft de Nationale ombudsman er niet voldoende van kunnen overtuigen dat het niet mogelijk was dat verzoekster haar hoofddoek zou afdoen in bijzijn van een vrouwelijke arrestantenbewaarder. De Nationale ombudsman oordeelt dan ook dat de politie-eenheid zich onvoldoende heeft ingespannen om het recht op vrijheid van godsdienst te respecteren.
De korpschef van de Nationale Politie wordt in overweging gegeven om zorg te dragen voor voldoende waarborgendat de politie-eenheden voldoen aan de inspanningsverplichting om voldoende mannelijke en vrouwelijke politieambtenaren en/of arrestantenbewaarders beschikbaar te hebben, zodat de verschillende taken uitgevoerd kunnen worden door politieambtenaren en/of arrestantenbewaarders van hetzelfde geslacht als dat van de ingeslotene.