SAMENVATTING
Het Bewonersinitiatief 'Seghwaert in Protest' klaagt erover dat het college van burge-meester en wethouders van Zoetermeer omwonenden niet of onvoldoende serieus heeft genomen rond de planning van een islamitisch cultureel centrum/moskee. Ook zou het college onvoldoende actie hebben ondernomen om de negatieve gevoelens die daardoor zijn ontstaan, weg te nemen en zou het college ten onrechte ontkennen actief grond aan de islamitische vereniging te hebben aangeboden.
De Nationale ombudsman constateerde dat al eerder door meerdere partijen is uitgespro¬ken dat het proces van burgerparticipatie niet goed is verlopen. Hiermee is echter nog niet gezegd dat omwonenden niet serieus zijn genomen. Zowel het college als de raad hebben de uitgangspunten voor burgerparticipatie naar het oordeel van de Nationale ombudsman serieus opgepakt. Desondanks concludeert hij dat het college niet heeft gehandeld in overeenstemming met het vereiste bevorderen van actieve deelname door de burger. De klacht hierover is gegrond.
De ombudsman stelt dat het college, toen bleek dat het oorspronkelijk ingenomen uitgangspunt over participatie tot zoveel onduidelijkheid en commotie leidde, er beter aan had gedaan terug te gaan naar het uitgangspunt van burgerparticipatie. En eerst voor iedereen heldere en gemotiveerde keuzen te maken over de aard van de participatie om daardoor te zorgen voor een constructieve houding. Door dit niet te doen is bij de betrok¬ken inwoners wantrouwen ontstaan over de bedoelingen van het gemeentebestuur. Dit wantrouwen kon niet meer worden weggenomen. Van het gemeentebestuur had verwacht mogen worden, dat het vanaf de aanvang volledige openheid en transparantie had betracht over zijn bedoelingen. En over de marges waarbinnen participatie voor omwonenden mogelijk was.
In zijn slotbeschouwing wijst de Nationale ombudsman er op dat het bewonersinitiatief een lange strijd heeft gevoerd. Een strijd die in de loop van de tijd escalatie laat zien, waarbij het vertrouwen van de inwoners afgekalfd is. En het er op lijkt dat het college van burgemeester en wethouders geen goed meer kan doen. Dat vindt de ombudsman jammer, vooral omdat afkalvend vertrouwen moeilijk herstelbaar is. Gebreken in de participatie in het begin van het proces werken langdurig door. Daardoor wordt het steeds moeilijker om op een later moment met een schone lei te beginnen.
De les die hier uit te trekken valt is dat vanaf het begin zorgvuldig met de participatie van inwoners omgegaan moet worden. Als blijkt dat er problemen rijzen, dan moet zo snel mogelijk een tussenstap gezet worden, waarbij primair het vertrouwen hersteld wordt. Dat kan eventueel door middel van een bemiddeling.
De klacht dat het college ten onrechte zou ontkennen actief grond te hebben aangeboden, acht de Nationale ombudsman niet gegrond. Er zijn hem geen feiten en omstandigheden gebleken die deze klacht aannemelijk maken.