Verzoeker meldt zich vanuit Suriname ziek bij zijn werkgever vanwege psychische klachten. In verband met zijn klachten bezoekt hij in Suriname een psychiater. Deze stelt een rapport op. Uit het rapport kan worden opgemaakt, dat verzoeker de psychiater in elk geval twee keer bezoekt en ook een vervolgafspraak met hem maakt. Daarnaast krijgt verzoeker medicijnen voorgeschreven. Het rapport bevat verder de neerslag van een anamnese, een psychiatrisch onderzoek en een diagnose.
Verzoekers werkgever accepteert de ziekmelding niet en gaat over tot een loonstop. Na een jaar keert verzoeker terug uit Suriname en vraagt bij het UWV een deskundigenoordeel aan. Met het oordeel beoogt hij antwoord op de vraag of hij per datum ziekmelding geschikt was voor zijn eigen werk. Het UWV komt echter tot de conclusie dat geen oordeel kan worden gegeven.
Verzoeker klaagt erover dat het UWV zonder reden geen oordeel heeft gegeven, waarbij hij wijst op het psychiatrisch rapport en de mogelijkheid van het opvragen van informatie bij de psychiater.
Op basis van het psychiatrisch rapport is de Nationale ombudsman van oordeel, dat voldoende informatie aanwezig is om in elk geval over de periode na de ziekmelding een deskundigenoordeel te kunnen geven. Gelet op de vervolgafspraak is er mogelijk ook informatie aanwezig over een verdere periode. Het UWV is echter niet te rade gegaan bij de psychiater (ondanks ook het eigen beleid van informatieverwerving in het buitenland). Hiermee heeft het UWV gehandeld in strijd met het vereiste van goede voorbereiding. Dat verzoeker niet zelf met nadere informatie komt, laat onverlet dat het UWV een eigen verantwoordelijkheid heeft in het kader van de besluitvorming.
Klacht gegrond.
Aanbeveling aan het UWV om over te gaan tot een heroverweging van het deskundigenoordeel.