Verzoekster had een klacht bij het CBR ingediend over het verloop van het praktijkexamen voor haar rijbewijs. De examinator van het CBR zou tijdens haar rijexamen een opmerking over haar leeftijd hebben gemaakt die verzoekster discriminerend vond. Het CBR achtte de klacht van verzoekster ongegrond. De examinator had verklaard dat hij slechts uit interesse aan verzoekster had gevraagd of zij door omstandigheden niet eerder in de gelegenheid was geweest om haar rijbewijs te halen. Het was juist zijn bedoeling geweest om verzoekster tijdens dit gesprek op haar gemak te stellen.
Omdat verzoekster zich niet kon vinden in de reactie van het CBR, diende zij een klacht in bij de Nationale ombudsman. Zij klaagde over de wijze waarop het CBR haar klacht had afgehandeld. Het CBR had haar rijinstructeur niet gehoord in de klachtprocedure, terwijl hij bij het rijexamen aanwezig was. Verder gaf verzoekster aan dat het CBR haar klacht ongegrond had verklaard, enkel op basis van de verklaring van de examinator.
De Nationale ombudsman opende een onderzoek naar de klacht van verzoekster. Daarbij vroeg hij het CBR of de rijinstructeur van verzoekster was gehoord en waarom het CBR de klacht van verzoekster ongegrond had verklaard. Verzoekster en de examinator hadden immers tegenstrijdige verklaringen afgelegd over het verloop van het examen.
Het CBR informeerde de Nationale ombudsman dat het de klachtbehandelaar niet was gelukt om de rijinstructeur telefonisch te bereiken. Daarom had het CBR uiteindelijk besloten om de klacht te behandelen op basis van de beschikbare informatie. Dat was niet juist. Het CBR had de rijinstructeur ook schriftelijk moeten benaderen. Het CBR gaf aan zich nu te onthouden van een oordeel over de klacht van verzoekster. De reden was dat het CBR was gebleken dat er geen feiten en/of omstandigheden in de klacht van verzoekster waren aan te wijzen op grond waarvan meer waarde kon worden gehecht aan de verklaring van de examinator dan aan de verklaring van verzoekster. Dat het CBR in eerste instantie de klacht ongegrond verklaarde enkel op basis van de verklaring van de examinator, was onvoldoende gemotiveerd. De Nationale ombudsman heeft ook de rijinstructeur van verzoekster nog benaderd. De rijinstructeur deelde mee dat hij de opmerking van de examinator tijdens het examen niet gepast had gevonden.
Vereiste van actieve en adequate informatieverwerving - gegrond.
Motiveringsvereiste - gegrond.
De Nationale ombudsman merkte nog op dat het CBR de klacht van verzoekster gegrond had dienen te verklaren in de klachtprocedure, indien het CBR beschikt zou hebben over de verklaring van de rijinstructeur van verzoekster. Dit, omdat zowel verzoekster als haar rijinstructeur hebben aangegeven de opmerking van de examinator niet gepast te hebben gevonden.