Verzoeker klaagt erover dat hij niet of onvoldoende is geïnformeerd over het verloop en de gevolgen van het interne onderzoek naar zijn klacht over het misbruik van zijn bevoegdheid door een politieambtenaar in een privéaangelegenheid.
Verzoeker ex-partner en moeder van zijn zoon heeft een relatie met een politieambtenaar. Verzoeker heeft een conflict met zijn ex-partner over de omgang met zijn zoon. Verzoeker dient een klacht in bij het regionale politiekorps Kennemerland. De klacht gaat over het misbruik van zijn bevoegdheid door de politieambtenaar die een relatie met zijn ex-echtgenote heeft. Het korps besluit over te gaan tot een intern onderzoek. Verzoeker geeft in het contact met het korps aan dat hij overweegt tot het doen van aangifte tegen de betrokken politieambtenaar. Deze mededeling leidt tot veel onduidelijkheid bij verzoeker vanwege de tegenstrijdige mededelingen die hij over het verloop van het interne onderzoek ontvangt.
De Nationale ombudsman stelt na onderzoek vast dat het korps in de informatieverstrekking aan verzoeker steken heeft laten vallen. De Nationale ombudsman acht het belangrijk dat een korps uitermate zorgvuldig en transparant handelt als het gaat om een klacht van een burger welke aanleiding geeft tot het starten van een disciplinair onderzoek.
De klacht is getoetst aan het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.
De Nationale ombudsman acht de wijze waarop de informatieverstrekking aan verzoeker is verlopen niet behoorlijk. De klacht is gegrond.
Om waarborgen te bieden aan burgers die ( zijdelings) betrokken zijn bij een intern onderzoek beveelt de Nationale ombudsman het korps aan om schriftelijk vast te leggen hoe en wat er met burgers gecommuniceerd wordt. Verder vindt de Nationale ombudsman het belangrijk dat het korps er zorg voor draagt dat burgers tijdens een intern onderzoek terecht kunnen bij één contactpersoon.