Verzoekster is eigenaar van een garagebox die deel uit maakt van een klein appartementencomplex dat verder bestaat uit twee woningen. Eén van de woningen wordt verkocht. Als de notaris bij de administrateur van de Vereniging van Eigenaren (VvE) navraag doet naar eventuele betalingsachterstand van de verkoper van de maandelijks te betalen onderhoudsbijdrage ten behoeve van de VvE, verneemt hij dat de verkoper een forse achterstand heeft en dat die als niet incasseerbaar moet worden geacht. De notaris heeft dit opgevat als dat er afstand gedaan werd van de vordering en heeft de achterstallige betalingen niet in rekening gebracht bij de koper.
Verzoekster klaagt erover dat zij en de VvE financieel zijn benadeeld doordat de notaris de achterstallige betaling van de onderhoudsbijdrage niet in rekening heeft gebracht bij de koper.
De notaris heeft gehandeld in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid aangezien hij de achterstand van de betaling van de onderhoudsbijdrage van de verkoper – overeenkomstig de regeling in artikel 122, derde lid van Boek 5 BW – in rekening had moeten brengen bij de koper. Bij twijfel over de interpretatie van de opmerking 'volledig niet incasseerbaar', had de notaris daar navraag over moeten doen. Dat laatste had de notaris dan moeten doen bij de VvE omdat uit niets bleek dat de administrateur bevoegd was om namens de VvE afstand te doen van een vordering.
In de aanbeveling wordt de notaris in overweging gegeven om als financiële compensatie van de niet ontvangen onderhoudsbijdrage voor de VvE een passend gebaar te maken.