Verzoeksters ex-partner was kinderalimentatie aan haar verschuldigd, maar betaalde lange tijd niet. Verzoekster verzocht het LBIO hierop om de inning van deze alimentatie over te nemen.
Verzoekster klaagde over de wijze waarop het LBIO de inning had overgenomen. Zij klaagde er onder meer over dat het LBIO haar privacy had geschonden door haar ex-partner eerst nog de mogelijkheid te geven om de achterstand rechtstreeks aan haar te betalen en hem daarbij haar bankrekeningnummer te verstrekken. Verzoekster was bang van haar ex-partner en wilde niet dat hij haar gegevens in bezit kreeg.
Het was de Nationale ombudsman gebleken dat verzoekster vervelende dingen met haar ex-partner had meegemaakt, waardoor zij eerder zelfs in een Blijf-van-mijn-lijfhuis had moeten wonen. Dit alles had zeer nare gevolgen voor verzoekster, onder meer de angst waarmee zij nu moest leven. Het was dan ook begrijpelijk dat verzoekster heel voorzichtig omging met het bekend maken van haar persoonlijke gegevens, om zo te voorkomen dat haar ex-partner haar kon traceren.
De situatie van verzoekster maakte volgens de Nationale ombudsman echter niet dat het LBIO verzoekster vooraf had moeten informeren over het feit dat de ex-partner eerst nog de gelegenheid zou krijgen om rechtstreeks te betalen. Verzoekster had haar verzoek op de website van het LBIO ingediend. Op deze website staat onder Stap 1 duidelijk vermeld dat het LBIO de ex-partner eerst vraagt om de verschuldigde betaling rechtstreeks te betalen. Ook staat op de website vermeld dat vertrouwelijk met persoonsgegevens wordt omgegaan. Nu tijdens het onderzoek niet was gebleken dat het LBIO bij het aanschrijven van de ex-partner een bankrekeningnummer had verstrekt, hoefde het LBIO verzoekster niet extra te informeren. Het vereiste van goede informatieverstrekking was niet geschonden. De Nationale ombudsman achtte de klacht niet gegrond.