Verzoekster meldde zich in februari 2010 ziek bij haar werkgever. Later werd zij gezien door de bedrijfsarts. Deze achtte verzoekster volledig arbeidsongeschikt. Verzoekster vroeg het UWV een oordeel te geven over de vraag of zij al dan niet in staat kon worden geacht deel te nemen aan een mediationtraject zoals door haar werkgever was voorgesteld. Op 10 juni 2010 verscheen verzoekster op het spreekuur van de verzekeringsarts. Naar het oordeel van de verzekeringsarts was verzoekster hiertoe in staat. Na ontvangst van het deskundigenoordeel vroeg verzoekster de verzekeringsarts het deskundigenoordeel aan te passen in die zin dat hierin tevens werd opgenomen dat de mediation tijdens haar oncologische behandeling uitgesteld werd. Volgens verzoekster was dit tijdens het spreekuurcontact ook ter sprake gekomen. De verzekeringsarts weigerde echter het verslag aan te passen. Hierop diende verzoekster een klacht in. Op 13 oktober 2010 vond, mede door interventie van de Nationale ombudsman een driehoeksgesprek plaats. Verzoekster liet weten dat zij niet tevreden was met de uitkomsten van het gesprek en vulde haar klacht aan met een klacht over het niet verstrekken van de juiste informatie door de verzekeringsarts. Volgens verzoekster had de verzekeringsarts haar niet verteld dat zij haar had moeten machtigen om informatie in te winnen bij de behandelend artsen. Ook zou de verzekeringsarts verzoekster weinig tot geen informatie hebben verstrekt over de te volgen procedure en was haar niet verteld dat er twee rapportages waren gemaakt. Dit had verzoekster pas in het driehoeksgesprek van 13 oktober 2010 vernomen.
Met betrekking tot het weigeren van de verzekeringsarts het deskundigenoordeel aan te passen oordeelde de Nationale ombudsman dat deze klacht niet gegrond was. Ook de aanvullende klacht van verzoekster, te weten dat zij niet werd geïnformeerd over de mogelijkheid dat informatie kon worden opgevraagd bij de behandelaars, achtte de Nationale ombudsman niet gegrond. De verzekeringsarts had naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet gehandeld in strijd met het vereiste van professionaliteit. De klacht van verzoekster dat zij niet werd geïnformeerd over de verschillende rapportage acht de Nationale ombudsman daarentegen wel gegrond. Hij oordeelde dat wanneer een cliënt van het UWV desgevraagd de hele verzekeringsgeneeskundige rapportage kan ontvangen, zoals in de werkinstructies staat aangegeven, deze cliënt wel van het bestaan hiervan op de hoogte moet zijn. Daarom had het op de weg van de verzekeringsarts gelegen om dit tijdens het spreekuurcontact met verzoekster te bespreken. Nu de verzekeringsarts dit heeft nagelaten heeft de verzekeringsarts naar het oordeel van de Nationale ombudsman gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.
