Verzoekster was belanghebbende bij het plan van Rijkswaterstaat voor de aanleg van een nieuwe snelweg van Delft naar Schiedam. De aanleg van de snelweg was onderdeel van bredere pannen voor de herinrichting van de regio. Het Rijk en verschillende lagere overheden werkten hiervoor samen in het programma 'integrale ontwikkeling tussen Delft en Schiedam' (IODS).
Een deel van de snelweg zou binnen de bebouwde kom van Schiedam en Vlaardingen ondergronds lopen. Daartoe zou een landtunnel worden aangelegd. In de plannen van Rijkswaterstaat kreeg het dak van de tunnel een parkachtige inrichting met wandelpaden. Rijkswaterstaat heeft dit als zodanig naar de belanghebbenden gecommuniceerd. Tijdens de Tracéprocedure ontwikkelde de gemeente Schiedam echter alternatieve plannen voor de inrichting van het tunneldak. Daarin werd het tunneldak voor een groot deel voorzien van sportvelden. In het kader van het IODS-programma spraken de partijen af dat bij de bouw van de landtunnel rekening zou worden gehouden met de plannen van Schiedam. Tegelijkertijd ondertekende de minister het Tracébesluit, waarin was vastgelegd dat het tunneldak een parkachtige inrichting zou krijgen.
Verzoekster klaagt erover dat Rijkswaterstaat naar haar en andere participerende omwonenden onvoldoende transparant is geweest over de stand van zaken rond het traject A4 Delft-Schiedam. Het gaat daarbij met name om de informatie over plannen inzake het grondgebruik van het tunneldak.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat Rijkswaterstaat naar verzoekster en andere participerende omwonenden voldoende transparant is geweest over de plannen voor de inrichting van het tunneldak. Verder zijn de belanghebbenden door het handelen van Rijkswaterstaat niet in hun inspraakmogelijkheden beperkt.
Vereiste van Fair play. Klacht ongegrond.
JSA dossiernummer